Het Amerikaanse vollegrondsgroentebedrijf Church Brothers exporteert al een tijdje direct en indirect naar landen als China, Japan, Taiwan en Korea. En nog altijd stijgen de volumes richting Azië. Voor het bedrijf reden te meer om de zaakjes goed op orde te hebben. Dat in Amerika alles ‘big’ is, gaat ook op voor vollegrondgroentebedrijf Church Brothers uit Californië. Het Amerikaanse bedrijf kweekt een groot aantal vollegrondsgroenten op een oppervlakte van bijna 35.000 acre (ongeveer 17.500 ha). Om ervoor te zorgen dat er altijd voldoende gewas kan worden geleverd, liggen de percelen verspreid over verschillende regio’s.
Wekelijks gaan er verschillende containers naar het Verre Oosten. Met name in de grote steden is er vraag naar de groenten van Church Brothers. Ernst van Eeghen, marketing directeur bij Church Brothers, weet dat het bijvoorbeeld voor Chinese telers heel moeilijk is om een constante stroom verse groenten te leveren, omdat ze allemaal kleine stukjes land hebben. Terwijl de vraag blijft toenemen. Van Eeghen verwacht daarom dat de Chinezen wellicht ook andere kanalen gaan zoeken om voldoende aanvoer te kunnen garanderen. “Maar omdat er niet veel telers zijn die exporteren, plukken wij daar op dit moment de vruchten van.”
Nieuw van Church Brothers: Heirloom spinazie
Constante temperatuur
De marketing directeur vertelt dat er jaarrond producten naar Azië worden verscheept. Broccoli is daarbij het belangrijkste exportproduct, maar ook sla en zelfs spinazie worden steeds meer gevraagd. De reis per boot duurt ongeveer twee tot drie weken. Het grote voordeel van het verschepen boven het wegvervoer is volgens Van Eeghen dat de temperatuur veel constanter kan worden gehouden. “De kwaliteit wordt gewaarborgd door de temperatuur constant tussen de 1 en 2 °C te houden. Er worden tussentijds geen producten bijgeladen en de elektriciteit blijft altijd aan, waardoor er geen pieken en dalen zijn in de temperatuur. Dat komt de houdbaarheid ten goede.”
Wat de bedrijfsvoering betreft, staat aandacht voor de voedselveiligheid momenteel op nummer één. “Het is de fundering van alles”, benadrukt de marketing directeur. “Met name de verwerking vraagt de nodige aandacht. We moeten ervoor zorgen dat er geen vervuiling optreedt tijdens het wassen en versnijden.”
Preventie
Van Eeghen is ervan overtuigd dat voedselveiligheid in de toekomst nog belangrijker zal worden en dat de industrie daar nog meer in zal moeten investeren. “Omdat wij hier een van de grotere spelers zijn, proberen we voorop te lopen qua technologie. De meeste aandacht gaat daarbij uit naar preventie. Door middel van water- en grondonderzoek en gewasbescherming, willen we problemen voorkomen. Dat kunnen we echter niet voor 100%, omdat je te maken hebt met moeder natuur en met mensen. Maar we proberen zoveel mogelijk fouten te voorkomen door strenge controleprogramma’s te hanteren.”
Daarnaast steekt het bedrijf veel energie in de bescherming van gewassen en variëteiten. “We willen het maximale uit onze gewassen halen. Daarom reizen we de hele wereld over om nieuwe gewassen te vinden en te testen. We willen vooraan blijven staan!”
