Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
“een papiertje waarop staat hoeveel geld je krijgt, krijg je dat?”

Interventieteam pakt malafide uitzendbureaus aan

Een koude en mistige ochtend, diep in een kassengebied. Vijf onopvallende auto’s rijden in een treintje het terrein op van een tuinder. Hier werken mensen van een uitzendbureau, dat het niet zo nauw lijkt te nemen met de regels. Om de praktijken van dit soort intermediairs tot op de bodem uit te zoeken, en waar nodig in te grijpen, is sinds vorig jaar het interventieteam Aanpak Malafide Uitzendbureaus (zie kader) actief: een verzameling mensen van de Inspectie SZW, de Belastingdienst, het UWV en vandaag ook het Westland Interventieteam (WIT).

De 51-jarige arbeidsinspecteur (en coördinator van de dag) Jan oogt bij het oprijden van het erf een tikje gespannen. “Dat moet ook, die gezonde spanning, dat houd je scherp. Het loopt vaak anders dan verwacht. Het zijn geen zware criminelen of zo, maar het gaat wel om mensen die om kunnen slaan als een blad aan een boom. Een van de drie leidinggevenden van het uitzendbureau is bovendien een heetgebakerd type. Als die op komt dagen, kan het uit de hand lopen. Daarom is de politie altijd stand-by.”


(Stockfoto)

De specifieke controle op deze ochtend vloeit voort uit de Landelijke Actiedag eind 2012. Interventieteams bezochten meerdere plekken in Nederland tegelijk. In samenwerking met collega’s van de Inspectie SZW en andere diensten zijn op die dag ruim tweehonderd controlerend ambtenaren ingezet. Zij controleerden onaangekondigd uitzendbureaus en werkgevers, ofwel ‘inleners’. Een bezoek aan het uitzendbureau waar het vandaag allemaal om draait, met ongeveer tien inspecteurs, was aanleiding een kijkje te nemen bij deze inlener in het Westland.

Eerste succes van de dag

De auto’s worden links voor de ingang naast elkaar geparkeerd. Op één na. Jan zet zijn auto achter de twee busjes die hij hoopte aan te treffen. Busjes van het uitzendbureau, dat voor twee ton schuld heeft bij de Belastingdienst. Jan belt de deurwaarder (die binnen een kwartier ter plaatse is) om de busjes in beslag te nemen.

Met het aantreffen van de busjes lijkt het eerste succes van de dag aanstaande, maar zolang de busjes nog niet zijn afgevoerd, tempert Jan zijn euforie. Daar is ook geen tijd voor. Nu is het tijd om naar binnen te gaan. Hoe langer ze buiten staan, hoe meer tijd men binnen heeft om te anticiperen op de entree van het team. Jan: “Het gaat om een onderzoek in een grote kas. Dan heb je gewoon zo veel mensen nodig. Niet alleen voor het praten met de mensen daar, maar ook om bijvoorbeeld wegrennen te voorkomen.”

De inspecteurs stappen tegelijk uit hun auto’s en waaieren uiteen. De voordeur zit dicht, maar wordt al snel geopend door een collega die via een andere weg naar binnen is gekomen. “Dat is de mede-eigenaar”, zegt ze tegen Jan, wijzend naar een man die aan een lopende band bossen chrysanten in plastic verpakt. Hij ziet er in zijn vale spijkerbroek en oude fleecetrui uit als een doorsneewerknemer. Jan loopt meteen op de man af en begint tegen hem te praten. De man kijkt niet op of om, alsof hij niet doorheeft dat Jan tegen hem staat te praten. Hij gaat door met zijn werk, met het inpakken van de chrysanten. “Vijf minuten”, zegt hij tegen Jan, die de tuinder vervolgens met rust laat.

“Een papiertje waarop staat hoeveel geld je krijgt, krijg je dat?”

Vijf minuten later gaat de schuifdeur open en komen er mensen in ganzenpas naar buiten, vergezeld door inspecteurs. “Iedereen op de locatie mogen we controleren”, vertelt Jan. “We hebben overal toegang toe. Toch proberen we altijd wel bepaalde beleefdheidsvormen in acht te nemen. Je komt toch iemands bedrijf binnen. Maar of de eigenaar nu wil of niet, uiteindelijk doen we wel waarvoor we gekomen zijn. We worden weleens gezien als cowboys, maar dat zijn we niet. Aan elke controle gaat een heel zorgvuldige voorbereiding vooraf. We willen zo’n vermoedelijk malafide uitzendbureau gewoon op alle fronten aanpakken.”

In de kantine lopen de uitzendkrachten met behulp van de inspecteurs de vragenlijsten door. Op de meeste tafels ligt een telefoon in het midden, met aan de andere kant van de lijn een tolk. De inspecteurs gaan rustig en zorgvuldig te werk, versimpelen hun vragen waar nodig, bijvoorbeeld als het gaat om een salarisstrook: Een papiertje waarop staat hoeveel geld je krijgt, krijg je dat? De gesprekken duren lang, soms ruim een uur. “Je hebt maar een keer de kans de mensen in deze setting zo te spreken”, zegt Inspectie SZW-inspecteur Bianca. “Dan moet je proberen zo veel mogelijk informatie naar boven te halen.”

“Wie moet ik nu voorrang geven?”

Bij controles probeert het interventieteam het bedrijfsproces altijd zo min mogelijk te verstoren. “Soms zijn we na een kwartier al weg”, vertelt Jan, die met zijn mobiele telefoon foto’s maakt van de uitzendkrachten. Geen van hen heeft een geldig identiteitsbewijs op zak. “Maar het lijkt er nu op dat het allemaal wat langer gaat duren.”

Jan gaat naar boven om het gesprek te onderbreken van twee collega’s met de andere eigenaar van het tuindersbedrijf. Die buigen zich over de loonadministratie en urenregistratie. Met speciale aandacht voor de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). “Een lastige klus,” legt Jan uit, “omdat malafide uitzendbureaus steeds slimmer worden. In hun administratie tref je vaak een schijnwerkelijkheid aan. Daarom is het nodig tegelijk het uitzendbureau en de inlener te controleren. Klopt wat op papier staat, met wat we fysiek aantreffen?”

De tuinder is als werkgever verplicht te weten wie hij aan het werk heeft; daarom wil Jan kopieën van identiteitsbewijzen zien. De man vraagt enigszins verward wie hij nu voorrang moet geven, zijn verhoorders of Jan. “De mensen kunnen pas weer aan de slag als we ze kunnen identificeren”, maakt Jan duidelijk. “Dus zeg het maar.” Zonder iets te zeggen, loopt de man de kamer uit, zijn kantoor in. Daar zoekt hij in kasten naar een map met kopieën van identiteitsbewijzen. Hij haalt uiteindelijk een grote map tevoorschijn met tientallen kopieën. Geen van die kopieën komt uiteindelijk overeen met de aanwezige inleenkrachten, wat voor de tuinder een vordering betekent. Als hij de identiteit van de werkend aangetroffen personen niet kan aantonen door kopieën van identiteitsdocumenten, kan hij een hoge boete krijgen.

Direct ingrijpen niet nodig

Het uitzendbureau beschikt wel over de noodzakelijke papieren, blijkt later. Eerst komt een nogal opvallende man – flinke bos haar, hip sikje, dito bril, lange bruine jas – breed glimlachend de kantine binnen. Hij is een van de drie bazen van het uitzendbureau, maar niet het heetgebakerde type. Jan vraagt hem om identiteitskopieën. Die heeft de man niet bij zich, maar hij regelt het wel meteen. Daarna doet hij een voorstelrondje langs zijn uitzendkrachten, een vreemde gewaarwording. Hij heeft ze nog nooit gezien, geeft hij toe. Maar dat is niet zijn schuld. Ze worden niet langs hem op kantoor gestuurd.

Nog geen half uur later rijdt een busje het erf op. Eenzelfde soort busje als de twee die inmiddels op de takelwagen staan. Dit derde busje staat ook op naam van het uitzendbureau. De chauffeur, een kleine Griek, baas nummer twee, kan dus meteen zijn sleutels inleveren bij de mensen van de Belastingdienst. Daar is hij op z’n zachtst gezegd niet blij mee, maar de flamboyante manager – inmiddels naar buiten gesneld – kalmeert hem en maakt duidelijk dat het niet anders is.

Nadat iedereen is ondervraagd en weer aan het werk mag – er is geen aanleiding om direct in te grijpen –, kan de helft van het interventieteam weer de weg op. Omdat twee inspecteurs van de Inspectie SZW nog bezig zijn met de administratie, blijven twee mensen van de Inspectie SZW achter. Jan staat als coördinator direct met ze in contact. Maar er blijft nog een collega extra achter, omdat de twee bazen van het uitzendbureau er nog zijn. Die wachten naar eigen zeggen ook tot ze binnen klaar zijn, zodat zij met de inlener kunnen praten.

Eerlijk werk, eerlijke beloning
Iedereen staat buiten te wachten, in de kou. De twee bazen doen hun uiterste best de sympathie van de inspecteurs te winnen. Vroeg de kleine Griek bij de inbeslagname van zijn busjes nog hoeveel hij moest neerleggen om alle drie de busjes hier te houden, nu hangt hij een verhaal op over kinderen die hij moet voeden en supermarktaanbiedingen die hij in de gaten moet houden.

Jan weet na vier jaar bij de Inspectie SZW – en nog meer jaren van soortgelijk werk, onder meer voor de Sociale Verzekeringsbank – duidelijk hoe hij hiermee om moet gaan. Hij luistert en antwoordt beleefd, blijft vriendelijk, maar houdt altijd een bepaalde afstand. Als duidelijk is dat hun inspanningen weinig vruchten afwerpen – wat die vruchten dan ook mochten zijn –, besluiten de bazen om toch maar weg te gaan. Het is ineens niet meer zo belangrijk om nog met die inlener te praten. Ze stappen in de dure huurauto van de manager. De derde baas, het heetgebakerde type, is niet op komen dagen.

Het meest tastbare succes van deze ochtend is de inbeslagname van de drie werkbusjes. Verder is duidelijk dat er onderzoek gedaan moet worden naar onderbetaling in het kader van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). De informatie die bij de controle van vandaag is opgedaan, moet samen met een administratief onderzoek uitwijzen in hoeverre het uitzendbureau de regels aan zijn laars lapt. “Als Inspectie SZW gaat het ons erom dat werknemers krijgen waar ze recht op hebben”, sluit Jan af. “Eerlijk werk en een eerlijke beloning. Onze taak is daarop toe te zien en waar nodig actie te ondernemen.”

Jan en zijn collega’s hoeven gelukkig niet lang op de laatste twee inspecteurs te wachten. Een paar minuten nadat de manager en de kleine Griek zijn vertrokken, wandelen de twee rustig naar buiten. Ze zijn bijna vier uur bezig geweest. Eentje draait een sjekkie. “Zo,” zegt hij, “die heb ik wel verdiend.”

Meldpunt Malafide Uitzendbureaus

Arbeidsuitbuiting en onderbetaling is een veelvoorkomend probleem in Nederland met jaarlijks vele duizenden slachtoffers. Sleutelfiguren zijn vaak tussenpersonen of bedrijven die zichzelf uitzendbureaus noemen. De overheid is er alles aan gelegen deze ‘malafide uitzendbureaus’ uit de markt te drukken. Bij het Meldpunt Malafide Uitzendbureaus komen steeds meer meldingen binnen over onder meer arbeidsuitbuiting, onderbetaling, identiteitsfraude, belastingontduiking en oneerlijke concurrentie. Daarom is het interventieteam AMU opgericht.


Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer