Duitsland - Tijdens de Grüne Woche, de grootste internationale beurs voor landbouw, tuinbouw en voedsel in Berlijn, was Nederland dit jaar partnerland. Nederland trad zelfbewust op als een agrarisch land dat producten met een goede smaak produceert en door het gebruik van uitgekiende methodes rekening houdt met milieuvriendelijkheid - in ieder geval binnen de kasteelt. In andere tuinbouwsectoren zijn er nog tekortkomingen.
Een kas zo groot als vijf voetbalvelden en links en rechts een oerwoud van meer dan twee meter hoge tomatenplanten: bij Sunny Tom in Venlo wordt het tomatenras 'Annamay' geteeld. Jaarlijks wordt er meer dan 3,5 miljoen kilogram van geoogst, zo vertelt Ronald Arts, de technisch leider van deze megakas. „Dit ras is vol van smaak. De tijd waarin men Nederlanders verweet waterbommen te produceren, is al lang voorbij! 95% van onze tomaten worden naar Duitsland geëxporteerd. Hier is men bereid om voor meer smaak ook meer te betalen. Nederlandse huisvrouwen zijn nog niet zo ver!"
En Annamay is niet alleen zeer smaakvol, het ras wordt ook zeer milieuvriendelijk geteeld. Er hoeft alleen nog maar een schimmelbestrijdingsmiddel ingezet te worden. Voor de rest kunnen de tomaten biologisch rijpen onder duurzame omstandigheden. Bovendien bespaart het bedrijf zo'n 35 procent aan energie door het gebruik van een warmtewisselaar. Ronald Arts legt uit: „In de zomer koelen we de kas met grondwater van 90 meter diepte. Tegelijkertijd slaan we hier ook overtollige warmte op. Het grondwater dat op deze wijze verwarmd wordt, pompen we in de winter naar boven om hiermee de kas te verwarmen." De megakas produceert ook nog eens zoveel overtollige warmte, dat daarmee ook nog een verpleeghuis voor bejaarden aan de overkant van de straat verwarmd kan worden.
In Nederland stappen steeds meer kastelers net zoals bij Sunny Tom over op milieuvriendelijke, duurzame teeltmethodes. Dit tot grote vreugde van milieubeschermers, want op het Nederlandse grondgebied is maar liefst 10.000 hectare met kassen bedekt. Maar de Nederlandse akkerbouwers horen in tegenstelling tot de kastelers tot de zorgenkinderen wat betreft milieubescherming. Dat geldt ook voor de Nederlandse bloembollentelers, die voor 65% van de wereldwijde productie zorgen. Nederland is daarmee weliswaar nummer 1 bloembollenproducent, maar dat heeft ook zijn prijs: op Nederlandse bloembollenvelden belandt per hectare zo'n 70 kilogram aan chemische middelen. „Dat is bijna 18 keer zoveel als gemiddeld in de EU", zegt milieubeschermer Ton Gerards van de Noord-Hollandse Milieufederatie boos. „De tulpen en bloembollen worden als een stuk natuur verkocht, maar met natuur heeft dit niks meer te maken!"
