Verdaas vindt 8,2% korting op GLB voor Nederland onevenredig zwaar
Inzake vergroening kan Verdaas instemmen met de door de Europese Commissie voorgestelde reservering van 30% van het budget voor directe betalingen voor vergroeningsmaatregelen en met het verplichte karakter van de maatregelen. Wel wil de staatssecretaris ruimte voor een flexibeler invulling om zo meer effect te bereiken ten opzichte van de huidige drie maatregelen die de Europese Commissie voorstelt.
Verdaas steunt de keuze van de Europese Commissie voor prioriteiten binnen het plattelandsbeleid: kennisoverdracht in landbouw en bosbouw, versterking van de concurrentiekracht, risicobeheer en versterking van de ketenorganisatie, bescherming van ecosystemen, duurzaam grondstofgebruik en CO2-reductie en stimulering van werkgelegenheid en diversificatie. Inzake het markt- en prijsbeleid kan hij ook instemmen met het voorstel om het markt- en prijsbeleid te beperken tot een vangnet. Crisisbeheer maakt daarvan onderdeel uit.
De staatssecretaris is voorstander van een volledige uitfasering van de nog resterende uitvoerrestituties per 2013. De Europese Commissie doet daartoe nog geen voorstel en maakt uitfasering afhankelijk van de lopende WTO onderhandelingen. Verdaas steunt de Europese Commissie waar het gaat om de mogelijkheden voor marktdeelnemers om zich te verenigen en zo meer marktmacht te genereren, binnen de bestaande mededingingsregels. Nederland is tegen verplichte erkenning van producentenorganisaties.
Verdaas wil de tweede pijler vooral inzetten voor investeringen gericht op duurzaamheid en innovatie om daarmee de concurrentiekracht van de Nederlandse landbouw te vergroten. Hij is positief over de mogelijkheid tot het werken met collectieven voor agrarisch natuurbeheer, hetgeen lokaal tot een meer samenhangende effectieve inzet op agro-milieudoelen zal leiden. Ook is de staatssecretaris positief over de mogelijkheden op het gebied van risicobeheer die de Europese Commissie introduceert. Nederland steunt de integratie van de verschillende bestaande verordeningen in één horizontale verordening. Deze integratie leidt volgens tot vermindering van risico’s in de uitvoering en tot een kwalitatief beter en transparanter financieel beheer.
bron: Ministerie van EZ
