Uit eerder onderzoek bleek al dat koploosheid kan optreden bij een overmaat aan kunstmatige belichting en dat ook de voedingswaarde een rol speelt. Vierdejaars student Chemie Vera Vermeulen heeft hier het afgelopen jaar in haar afstudeeronderzoek bij Rijk Zwaan op voortgeborduurd. De stage begon in 2011 en startte met een serie interviews onder vertegenwoordigers van plantenkwekers. 75 procent van de plantenkwekers werkten hier aan mee en gaf uitgebreid informatie over onder meer kiemomstandigheden, belichtingstijden en type verwarming.
Op basis van de uitkomsten is er vervolgens een zogenaamde ‘ringproef’ uitgevoerd. Zaden uit dezelfde partij werden op drie verschillende data gezaaid op vier verschillende plekken: bij Rijk Zwaan en bij drie plantenkwekers. Bij Rijk Zwaan werd de ringproef bovendien uitgevoerd onder vier verschillende lichtomstandigheden: telkens met een ander aantal uren kunstmatige belichting.
Bevestiging
Zowel de interviews als de ringproef bleken heel nuttig. Hoewel het niet geluktis de opkweekmethode verder te optimaliseren, heeft er wel een belangrijke bevestiging van eerdere conclusies plaatsgevonden. Het eerder door Rijk Zwaan opgestelde zaaiadvies blijft van kracht: in de eerste drie weken van de opkweek is hiermee het aantal afwijkende paprikaplanten te minimaliseren. Voor Rijk Zwaan heeft het onderzoek bovendien nog een ander belangrijk resultaat opgeleverd. Vera heeft namelijk ook onderzoek gedaan naar de rasgevoeligheid bij koploosheid. Hieruit is gebleken dat er genetische verschillen zijn tussen koploos en niet koploos gevoelige rassen die mogelijk in verband kunnen staan met het optreden van koploosheid. Voor de veredelaars van Rijk Zwaan zijn dit belangrijke aanknopingspunten om in de toekomst rassen te kunnen selecteren waarin het risico op koploosheid geminimaliseerd kan worden.
Bron: Seeds & Services, Rijk Zwaan