Verschillende ambities
Veel Europese landen ontwikkelen plannen voor de transitie naar een koolstofarme samenleving in 2050. Het PBL onderzocht de plannen, de zogenaamde ‘roadmaps’ voor: Nederland, België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Opvallend zijn de grote verschillen in ambitie en aanpak tussen deze landen. Ze hebben zich allemaal in de EU vastgelegd om de uitstoot van broeikassen in 2050 met tenminste 80 procent te verminderen ten opzichte van 1990. Opvallend is dat plannen van de landen voor een koolstofarme samenleving in 2050 nog heel erg ‘nationaal’ zijn. Dus nog heel weinig rekening houden met onderlinge afhankelijkheden en wederzijdse beïnvloeding.Nederlandse aardgasvoorraad
De zogenaamde R/P ratio van Nederland, de aardgasvoorraad afgezet tegen de nationale productie, is in tien jaar tijd flink gedaald. In 2010 zouden we nog ruim zestien jaar kunnen beschikken over de aardgasvoorraad. In 2000 lag die verhouding nog bijna tien jaar hoger, op bijna 26 jaar. Dit blijkt uit de analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving.Opwekking duurzame energie
Wat is per land het potentieel qua oppervlakte om duurzame energie op te wekken? Denemarken heeft de meeste potentiële capaciteit per inwoner om duurzame energie op te wekken. Nederland heeft een relatief grote potentiële capaciteit per hoofd van de bevolking voor offshore windenergie en Frankrijk voor windenergie op land. België en Duitsland zijn minder kansrijk voor windenergie. Frankrijk en Denemarken op hun beurt hebben, gezien de grote landbouw- en bosgebieden beschikbaar per hoofd van de bevolking, het meeste potentieel voor biomassa. De kansen voor Nederland zijn minder op het gebied van bio-energieBron: Planbureau voor de leefomgeving, Ekwadraat