Schaalvergroting in land- en tuinbouw levert ook nieuwe banen op
In andere Europese landen constateerde Dries eenzelfde beeld. In Duitsland verdwenen jaarlijks 10% van de banen in de landbouw, maar kwamen er 8% nieuwe bij. En in Zuid-Europese landen was de dynamiek nog groter. In de Griekse landbouw verdween 15% van de banen, maar kwam er ook 11% bij; in Italië verdwenen 20% van de banen maar kwamen er 13% bij. In Spanje kwamen er per saldo zelfs banen bij in de landbouw: een verlies van 14% werd ruimschoots gecompenseerd door 17% nieuwe banen.
De modernisering van de landbouw met extra inzet van kapitaal en technologie, gaat niet altijd ten koste van de arbeid, concludeert Dries. Ze ziet bijvoorbeeld een toename van ingehuurde arbeid: werknemers die in dienst zijn van een boer of tuinder. Door de schaalvergroting verdwijnen banen, maar er wordt ook werkgelegenheid door gecreëerd.
"In de periode 1990-2005 zijn er twee grote herzieningen van het Europese landbouwbeleid geweest, waarbij de bescherming van de markt werd afgebouwd en boeren meer moesten concurreren op de wereldmarkt. De negatieve gevolgen van die liberalisering zijn altijd breed uitgemeten, maar na beide hervormingen steeg de toename van nieuwe banen in de landbouw relatief meer dan de afname van bestaande banen. Er kwam meer betaalde arbeid in de landbouw, doordat bedrijven gingen investeren in groei", stelt Dries.
"De lidstaten van de Europese Unie is bang dat mensen weg trekken van het platteland en willen daarom een beter zicht op de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de landbouw. De jaarlijks dalende trend in werkgelegenheid in de land en tuinbouw is niets nieuws. Wat dit onderzoek echter aantoont, is dat achter die algemene trend, een sterke tegengestelde dynamiek schuil gaat van verlies van banen en het creëren van nieuwe werkgelegenheid. Dat inzicht is belangrijk voor het Europees beleid, want voor het creëren van banen is ander beleid nodig dan voor het opvangen van het verlies van banen."
Bron: Resource Wageningen UR