Agnes van Ardenne, voorzitter van het Productschap Tuinbouw, opende de kennisdag Water. Zij benadrukte het belang van samenwerken bij innovaties. “Open innovatie is meer dan ooit nodig om te kunnen voldoen aan de eisen van de Kader Richtlijn Water (KRW) in 2027,” stelde zij. Daarbij benadrukte ze dat het voor telers belangrijk is dat duurzame milieuwinst zich ook uitdrukt in euro’s. Ook Tiny Aerts van LTO Glaskracht Nederland, en Douwe Jonkers van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) stelden dat samenwerking tussen alle belanghebbenden essentieel is om de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren.
Glastuinbouw Waterproof
Via de KRW-innovatieregeling heeft het Ministerie van I&M twee onderzoeksprojecten Glastuinbouw Waterproof Substraat en Glastuinbouw Waterproof Grondgebonden gesubsidieerd. Ook was er een financiële bijdrage van Interpolis Achmea, de waterschappen, toeleveranciers en installateurs. De sector heeft via het Productschap Tuinbouw meebetaald aan dit onderzoek. Namens de projectpartners presenteerden onderzoekers van Wageningen UR Glastuinbouw tijdens de kennisdag de resultaten.De inhoudelijke projectleiders Ellen Beerling en Wim Voogt gaven een samenvatting van de uitkomsten van de KRW-projecten. In de substraatteelten is het doel het sluiten van de waterkringloop om uiteindelijk tot een nagenoeg nul-emissie te kunnen komen. Ellen Beerling legde uit dat er methoden en technieken zijn doorontwikkeld en in de praktijk getest, waardoor langer kan worden gerecirculeerd. Het gaat hierbij om het voorkomen van groeiremming met geavanceerde oxidatie en het optimaliseren van de bemesting. Voor het geval het toch nodig is om te lozen, zijn er technieken getest waarmee water terug kan worden gewonnen en is er uitgezocht of het concentraat dat overblijft elders kan worden toegepast. Uit dit onderzoek bleek dat praktijkbedrijven al aanzienlijk minder emissie hebben als zij zich bewuster zijn van de waterstromen op hun bedrijf.
Wim Voogt ging in op de mogelijkheden om met een lysimeter, sensoren en modellen de uitspoeling bij vollegrondsteelten te beperken. Een gesloten waterketen als bij substraat is niet mogelijk, de oplossingsrichting zal daarom vooral zijn de watergift beter af te stemmen op de behoefte. De diversiteit aan grondsoorten, gewassen en hydrologie is echter groot. Voor telers zal het toepassen van de systemen daarom vooral een leerproces moeten zijn. Uit de onderzoeken bleek dat praktijkbedrijven al aanzienlijk minder gaan lozen als zij bewuster omgaan met water.
Onderzoeker Erik van Os heeft samen met TNO gerekend aan de kosten en baten voor verschillende bedrijfstypes van verschillende combinaties van technieken . Hij constateerde dat naarmate een techniek grootschaliger wordt toegepast de rentabiliteit groter wordt. Maar aan het zuiveren van spui zijn aanzienlijke kosten verbonden. Omdat het geïntegreerde emissiemanagementsysteem complex en duur is ging Jos Balendonck dieper in op de mogelijkheden de diverse onderdelen apart toe te passen.. Volgens Balendonck is met name de robuustheid van de techniek nog steeds een punt van aandacht. Ook liet hij zien hoe uit de werkwijze van telers best practices kunnen worden geformuleerd, die als doel hebben de emissie te beperken.
Na de presentaties volgde een interactief deel waarin de deelnemers werden verdeeld over negen workshops. Zij discussieerden over de mogelijke knelpunten en oplossingen bij de implementatie van de verschillende maatregelen uit de Glastuinbouw Waterproof projecten. De uitkomsten van deze discussies worden meegenomen in het vervolg van de verschillende projecten.