Maaiafval als voedingsbodem voor biologische oesterzwammen
Verbruggen is blij met de samenwerking met het waterschap. Hij vertelt: "Het stro waarop de zwammen nu groeien komt uit het buitenland. Het transport kost tijd, geld en bovendien zorgen de vrachtwagens voor CO2-uitstoot. Als ik dit 'streekproduct' straks continu kan gebruiken, heeft dit veel voordelen en kan ik milieuvriendelijker produceren."
Peter van Dijk, Dagelijks Bestuurslid van het waterschap: "Normaal voeren we het maaiafval af naar een verwerker. Hiervoor moeten wij betalen. Door het maaisel nu letterlijk als grondstof te gebruiken, gaan we duurzamer om met ons afval én besparen we geld."
Van de slootkanten langs de Groote Wetering ter hoogte van Rosmalen die het waterschap in bezit heeft komt ruim 50 ton gemaaid gras en riet. Nadat het goed gedroogd is, wordt het vervoerd naar het bedrijf van Verbruggen. Vervolgens wordt het behandeld, vermengd en in een oesterzwammencel geplaatst. Dan is het afwachten of de schimmels gaan groeien. Binnen vier tot vijf weken moeten de eerste oesterzwammen zichtbaar zijn. De gehele teelt duurt ongeveer 12 weken.
Bron: Waterschap Aa en Maas