stevia houdt de aanwezigen zoet tijdens studienamiddag
Vlaamse Inagro experimenteert met steviateelt onder glas
Als eerste spreker liet Veerle Rijckaert (Flanders’ FOOD) de aanwezigen kennis maken met het onderscheid tussen Stevia, het plantje, en de steviolglycosiden, zijnde de zoetstoffen aanwezig in de Stevia-plant. Veerle ving aan met een stukje geschiedenis: zo is Stevia al eeuwenlang gekend in Zuid-Amerika, maar werd het pas “ontdekt” in de 19de eeuw. Daarna vervolgde ze met welke eigenschappen nu specifiek verbonden zijn met de zoetstoffen en hoe de zoetstoffen kunnen toegepast worden in de voeding. Het is namelijk niet zo dat suiker eenvoudigweg vervangbaar is door eenzelfde volume steviolglycosiden.
Vervolgens werd ook de Europese wetgeving onder de loep genomen. Zo is op dit moment enkel het gebruik van de steviolglycosiden toegelaten in bepaalde voedingsmiddelen. Het plantje zelf mag op dit moment niet geconsumeerd worden, gezien het beschouwd wordt als een nieuw nog onvoldoende gekend product en dus onder de Novel Food wetgeving valt.
Zoet maken van levensmiddelen met Stevia vergt een andere aanpak dan wanneer suiker wordt gebruikt. Dit schetste ook Felix Verdegem van Cavalier, waar steviolglycosiden hun ingang gevonden hebben als zoetstof in de chocolade.
Teelt van Stevia voor de productie van steviolglycosiden via extractie vindt op dit ogenblik al op vrij grote schaal plaats in het buitenland, waarvan hoofdzakelijk in China. Dit brachten Bert Sercu en Herman Goderis van Durabilis naar voor. Durabilis coördineert zelf een zo duurzaam mogelijke productie van Stevia op een locatie in Peru.
De studienamiddag werd tijdens de pauze gesmaakt met een hapje en drankje gebaseerd op de zoetstoffen uit Stevia. Tijdens het tweede deel van het programma werd verder ingegaan op de huidige kennis van de teelttechniek. Spreker bij uitstek was professor Jan Geuns (KULeuven), pionier in het Stevia-onderzoek, die vertelde over onderzoek met Stevia onder LED-belichting en zijn dromen om Stevia volledige ingang te laten vinden in de voedingsketen.
Tot op vandaag kiezen Vlaamse tuinbouwers nog niet voor de teelt van Stevia. Dit is grotendeels te wijten aan onzekerheden in de wetgeving: voor de verse markt is productie enkel toegestaan als sierplantje. Daarnaast is het moeilijker om te concurreren met de productie van gedroogde blaadjes in de huidige productielanden. Ook over de teelttechnische mogelijkheden van Stevia in ons klimaat is op dit ogenblik nog onvoldoende gekend.
Daarom tracht Inagro de teelttechniek en het potentieel van Stevia-teelt in Vlaanderen te onderzoeken. In 2011 vond een eerste kennismakingsproef plaats met Stevia in open lucht alsook onder afdekking. Uit deze proef bleek dat onder afdekking hogere opbrengsten mogelijk zijn. Gebaseerd op deze ondervindingen test Inagro in 2012 verschillende teeltsystemen uit in serre, namelijk op steenwolsubstraat, via NFT (Nutrient Film Technique) en in volle grond in een serre met dubbel plastic. In volle grond worden ook verschillende herkomsten Stevia vergeleken.
Teelt van Stevia in open lucht is echter niet uitgesloten. Zo gaf Cor Van Oers (DLV Plant) een toelichting over de resultaten van proeven die in Nederland werden aangelegd op vier verschillende locaties en bodemtypes.
Ook vanuit de privésector blijkt er interesse te zijn om de potentie van steviateelt na te gaan. Zo heeft het bedrijf Agmo Crop Productions uit Duffel dit jaar 2,5 ha Stevia onder glasserre aangeplant. Bart Molderez kwam ons meer vertellen over dit praktijkvoorbeeld.
Na afloop van de presentaties kregen de bezoekers de mogelijkheid om de Stevia-proef in de serres van Inagro te gaan bekijken.
Voor meer informatie:
Inagro
www.inagro.be
[email protected]
[email protected]
