Plantvirussen veroorzaken wereldwijd grote schade aan groentegewassen. “Telers strijden hier continu tegen”, zegt Joep van Balen, product development manager bij Enza Zaden met bijna 1400 medewerkers en vestigingen wereldwijd. “Je kunt de plant natuurlijk resistent proberen te maken tegen virussen. Maar je kunt ook zorgen dat overbrengers van virussen bij de plant wegblijven. Bijvoorbeeld doordat die haartjes heeft, waardoor de beestjes er niet op kunnen landen. Of doordat de plant een stofje afscheidt waar ze niet tegen kunnen.”
Snel nieuwe rassen
In het project Indo Whitefly, dat liep van 2008 tot 2011, zochten de partners voor de veredeling van tomatengewassen naar genen van afweermechanismen bij verwante soorten. “Redelijk uniek”, aldus Van Balen. “Het is nog niet eerder op deze manier gelukt tot een vermarktbaar resistent ras te komen. We hebben bovendien merkers ontwikkeld waarmee je al aan de kiemplant kunt zien of deze resistent is. Daardoor kun je heel snel nieuwe rassen ontwikkelen.”Samenwerken met concurrenten
Naast Enza Zaden doet Plant Research International mee, onderdeel van Wageningen UR. “Dergelijke publiek-private samenwerkingen zijn een sterke kracht van de BV Nederland.” Verder deden East-West Seed Thailand en East-West Seed Indonesia mee. “Eigenlijk concurrenten, maar we werken al twintig jaar succesvol samen in Indonesië. Hierdoor profiteren we allen van efficiëntere R&D. We gebruiken elkaars kennis en locaties. Dankzij Opkomende Markten konden we dit makkelijker opzetten, mét belangrijke wetenschappelijke bijdrage van Plant Research International.”
Goed voor producent, teler én consument
“Het project is gelopen als gehoopt. We hadden iets vertraging in het begin. In overleg met Agentschap NL hebben we toen een extra jaar gekregen bij dezelfde financiering. Prettig dat Agentschap NL over dat soort zaken meedenkt.” Enza Zaden en de partners hebben nu gereedschap om nieuwe rassen te maken. Ze verwachten over ongeveer twee jaar met de eerste zaden de markt op te gaan. “Daarmee kunnen we een groot afzetgebied in Zuid- en Zuid-Oost Azië bedienen. De telers krijgen zo een hogere opbrengst met minder beschermingsmiddelen. En dat is ook goed voor de consument.”Bron: AgenstschapNL