In het plan van aanpak is aandacht voor opleiding van gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen, de verkoop van middelen, informatie en bewustmaking, keuring van spuitapparatuur, spuiten vanuit de lucht, voorlichting van het publiek, bescherming van het aquatisch milieu en drinkwater, vermindering van het gebruik en de risico’s in specifieke gebieden, de hantering en opslag van gewasbeschermingsmiddelen en de behandeling van verpakkingen en restanten, geïntegreerde gewasbescherming en de indicatoren die worden gebruikt voor het bepalen van de milieubelasting.
Kaderrichtlijn Water
De uitvoering van het gewasbeschermingsbeleid 2004-2010 heeft de berekende milieubelasting van het oppervlaktewater met 85% doen afnemen. Ook het totale gebruik is afgenomen. Dit blijkt echter onvoldoende om de waterkwaliteitsdoelstellingen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te bereiken. Het accent wordt daarom beleidsmatig nog sterker gelegd op risicoreductie. Daarbij wordt aangesloten bij de systematiek en termijnen van de KRW. Nederland kiest ervoor de doelstellingen uit de KRW gefaseerd te bereiken. Uiterlijk in 2027 mogen er geen normoverschrijdingen meer plaatsvinden in de KRW-waterlichamen waarover wordt gerapporteerd. Ook mogen er dan geen normoverschrijdingen meer zijn op locaties, bestemd voor drinkwaterproductie.Emissiereductieplan
Wanneer op basis van monitoringsgegevens een verband aannemelijk is tussen normoverschrijding en toepassing, wordt een emissiereductieplan opgesteld en uitgevoerd. De toelatingshouder van een middel is primair verantwoordelijk voor het opstellen van dit plan en regisseert het proces van de uitvoering. De overheid verzorgt een adequate monitoring, die de komende jaren - waar nodig - verder geoptimaliseerd wordt. Van toepassers wordt medewerking verwacht om de normoverschrijdingen te beëindigen.Driftreducerende maatregelen
De agrarische sectoren hebben aangekondigd de drift van gewasbeschermingsmiddelen verder te verminderen. Zij hebben gevraagd in regelgeving op te nemen dat technieken worden toegepast, die ten minste leiden tot 75% driftreductie op het gehele perceel. Uiterlijk in 2017 wordt na evaluatie beoordeeld of voor driftreductie verdere maatregelen ter bescherming van het oppervlaktewater nodig zijn.Glastuinbouw
Voor de glastuinbouw worden maatregelen geïntroduceerd om de emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar oppervlaktewater te verminderen. Het betreft maatregelen in de bedrijfsvoering, zoals planning van het lozingsmoment nadat gewasbeschermingsmiddelen zijn toegediend en zuiveringstechnieken op de lozing van spuiwater.Onkruidbestrijding op verhardingen
Onkruidbestrijdingsmiddelen die werkzame stoffen bevatten, die nu tot overschrijding van de normen leiden en welke op verhardingen worden toegepast, mogen vanuit het oogpunt van duurzaam gebruik per 1 januari 2018 niet meer worden toegepast. Onderzocht zal worden welke mogelijkheden er zijn om het bedrijfsleven meer verantwoordelijkheid te geven voor het voorkomen van problemen in de toekomst. Er zijn uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld bestrijding van invasieve exoten op verhardingen of bestrijding op moeilijk bereikbare plaatsen. Criterium hiervoor is dat niet-chemische bestrijding technisch en financieel niet haalbaar is. Enkele uitzonderingen zijn al opgenomen in de Barometer duurzaam terrein beheer. In 2013 zal de overheid in samenwerking met de sector een aparte lijst opstellen.Geïntegreerde gewasbescherming
Om te bereiken dat alle professionele gebruikers in 2014 de beginselen van geïntegreerde gewasbescherming toepassen, ligt het accent de komende jaren op de bredere verspreiding van kennis en methoden en de verdere ontwikkeling van nieuwe geïntegreerde methoden. Distributeurs spelen daarin een belangrijke rol. De beschikbare methoden worden door bedrijfsleven en overheid 'geborgd', bijvoorbeeld door certificering, financiële stimulering, koppeling aan het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid of door regelgeving. Daarmee wordt bevorderd dat de methoden breed in de praktijk worden toegepast.bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu,