Universiteit van Purdue onderzoekt de effecten van LEDs
De titel van het project is 'Developing LED Lighting Technology and Practices for Sustainable Specialty-Crop Production'. Het doel ervan is om de opbrengsten van broeikassen te verhogen en tegelijk de energiekosten van de telers te verlagen. Hierbij wordt samengewerkt met de Rutgers Universiteit, de Universiteit van Arizona, de Michigan State-universiteit en Orbitec Technologies Corp. Cary Mitchell, hoogleraar glastuinbouw en projectdirecteur voor de subsidie, heeft hoge verwachtingen van het onderzoek: “Wij geloven dat aanvullende LED-belichting met een groot aandeel rood en blauw op een vroeger tijdstip verkoopbare stekken van hoge kwaliteit produceert dan het geval is bij aanvullende HPS-belichting, de huidige standaard in de branche.”
Philips Lighting verheugt zich op de samenwerking met de universiteit van Purdue. Samen worden de mogelijkheden voor het gebruiken van LED's in broeikassen in kaart gebracht om een duurzame methode voor het produceren van gewassen in broeikassen te vinden. Hiervan zal vervolgens de gehele tuinbouwsector in Amerika profiteren. De belichtingsoplossingen van Philips Lighting zijn gebaseerd op jarenlange ervaring en nauwe samenwerking met de sector. Succesvolle veldproeven met telers en kwekers overal ter wereld hebben geleid tot een onovertroffen kennis van de groei-effecten van belichting op verschillende gewassen. Dit heeft het voor Philips mogelijk gemaakt een unieke benadering te ontwikkelen met specifieke 'lichtrecepten' die op maat kunnen worden afgestemd. Eén van de uitkomsten hiervan is de mogelijkheid om verschillende gewassen te telen in meerdere lagen zonder enig daglicht. Dit is in de praktijk ook al bewezen voor weefselkweek.
“De hogedruk-gasontladingslampen (HID), die op dit moment gebruikt worden, zijn niet efficiënt. Als je een kas van meerdere hectaren hebt met deze lampen erin, telt dat behoorlijk op”, zegt Mitchell. “Met LED-belichting zouden we hetzelfde of zelfs nog meer kunnen doen met veel minder energie." Het onderzoek heeft grote betekenis om telers van speciale gewassen te voorzien van de informatie en hulpmiddelen, die zij nodig hebben voor het succesvol kweken, verwerken en op de markt brengen van veilige producten van hoge kwaliteit. Tot de werkzaamheden van Mitchell hoort het testen van LED-belichting voor hogedraadgewassen, zoals tomaten. Deze planten kunnen hoger dan 6 meter worden en traditionele topbelichting bereikt daardoor niet de lagere delen van veel planten. Mitchell meent dat het gebruiken van LED-licht op de buik van planten de fotosynthese en bloei zal versterken, wat de opbrengst vergroot.
Erik Runkle van Michigan State test de bloemvorming van siergewassen met verschillende kleuren LEDs en is tevens belast met dienstverlening ten behoeve van het project. Het project van Phillips en Purdue wordt gemanaged door universitair docent Roberto Lopez en promovendus Michael Ortiz. In dit onderzoeksproject worden de groei en ontwikkeling van jonge tuinplanten vergeleken onder belichting met traditionele verlichting versus belichting met verschillende combinaties van rode en blauwe LEDs. Het doel is een duurzame belichtingsstrategie te vinden om zo optimaal mogelijk jonge planten te produceren van hoge kwaliteit. Hiervan kan de commerciële bloementeelt in Amerika profiteren door onder andere een lager energieverbruik. Tijdens de eerste fase van de proeven worden de top-10 tuinplanten onderzocht die in de Verenigde Staten geproduceerd worden, zoals petunia's en geraniums. Deze tuinplanten vertegenwoordigen een groot aandeel van de totale bloementeelt in Amerika. Voor de proeven aan de Purdue-universiteit worden Philips GreenPower research modules gebruikt. Het voordeel van deze belichtingsoplossing is, dat ze dimbaar zijn en verkrijgbaar in diverse kleuren waaronder dieprood, blauw en verrood. De eerste testresultaten worden verwacht in juni en de eindresultaten aan het eind van 2012. Hort Americas, Philips’ LED-partner voor de glastuinbouw in de Verenigde Staten, is bij dit project betrokken, evenals dr. Johann Buck als manager technische dienstverlening.