Tholen - Hoewel het in de handel al langer bekend was, dat ZON klokkenluider was in het paprikakartelonderzoek, zijn de reacties onder meer op deze site op de opgelegde boetes niet van de lucht. "Ik kan niet voorspellen wat de consequenties voor ZON zullen zijn. Wij hebben onze eigen afweging gemaakt en vonden het risico te groot om de zaak niet aanhangig te maken", reageert voorzitter Ton Reijnders van ZON. Reijnders noemt de boetes van totaal 14 miljoen euro, die zijn opgelegd aan de twee FresQ-dochters "fors".Volgens de voorzitter van ZON lag de toedracht van het klokkenluiden in 2007, toen in DPA-verband door een advocaat een presentatie werd gegeven over de verzwaring van de boetes van de mededingingswet. "We kregen toen te horen dat voor bedrijven een boete tot maar liefst 10% van de wereldwijde omzet per jaar mogelijk was of een boete per persoon tot maximaal 450.000 euro. Binnen DPA-verband is toen besloten dat elke vereniging zelf maar moest bepalen hoe men daarmee om moest gaan. Als directie en Raad van Commissarissen van ZON hebben we toen opdracht gegeven aan een externe advocaat om de zaak te onderzoeken. Daaruit kwam dat het paprikakartel dermate risicovol was en dat de financiële risico's zo groot waren, dat we besloten hebben de zaak bij de NMa te melden."
Volgens Reijnders is er bij dit standpunt niet met andere DPA-leden overlegd. "Als je clementie vraagt, is geheimhouding vereist en mag je niet met andere partijen spreken." Wel zijn volgens de voorzitter de ZON-telers op de hoogte gehouden van het genomen besluit. "Daar is met gemengde gevoelens op gereageerd." Ook bij de gefrustreerde reacties van collega-handelaren kan Reijnders "zich wel iets voorstellen." Opvallend is dat ZON dit jaar juist met FresQ-dochter PaprikaXL sprak over de mogelijkheid tot het bundelen van het paprika-aanbod. Daar zag ZON om mededingingstechnische(!) redenen vanaf.
Reactie Leo Welschen (Frugi Venta)
Leo Welschen van handelskoepel FrugiVenta zegt dat de handelsbelangenvertegenwoordiger nooit direct betrokken geweest is bij deze zaak. "We kennen de afwegingen die de NMa gemaakt heeft daarom ook nog niet en kunnen die niet afleiden vanuit het persbericht. Het niveau van de boetes vind ik echter schrikbarend en in geen verhouding met de winst, die is gerealiseerd. Onze indruk is ook niet dat de consument te veel heeft betaald. Het punt is dat elke handelaar 's ochtends een paar partijen belt om te informeren wat de prijzen zijn en vervolgens zijn keuze bepaalt. Dan heeft hij natuurlijk bepaalde prijsinformatie tot zijn beschikking, maar zo gaat dat al jaar en dag. Anderzijds pleiten wij als Frugi Venta wel voor een zo transparant mogelijke prijsafstemming en zijn we tegen kartelvorming."Reactie Jan Zegwaard (STAP)
“Dit is slecht voor de sector”, reageert STAP-voorzitter Jan Zegwaard. "Er is nu onvoldoende duidelijk wat wel en niet kan. Bovendien duurt het veel te lang voordat de NMa een uitspraak doet. Dat hindert partijen die willen samenwerken. Zo komen we als sector onvoldoende vooruit. De overheid moet meer duidelijkheid bieden en veel sneller uitsluitsel geven. Bovendien verliest de overheid het telersbelang wel eens uit het oog. En dat is zeker niet in het belang van de consument." Volgens het STAP-bestuur hebben partijen overigens minder te duchten van de kartelwaakhond als ze fuseren.
De directie van Florpartners - bestaande uit Thijs Jasperse, Ronald Grootscholten en Arjan van der Voort - heeft met ongeloof gereageerd op de NMa-uitspraak. Ook Florpartners heeft een boete van 5.000 euro gekregen van de NMa in deze zaak. Hierbij gaan de verwijten over haar betrokkenheid bij een P8 project, dat liep van half 2006 tot de eerste paar maanden van 2007, voor het grootste deel dus buiten het Nederlandse productieseizoen. Florpartners vindt de uitspraak onjuist, onterecht en overweegt in beroep te gaan. De directie van Florpartners stelt dat de regelgeving in Europa en Nederland ondernemers in een lastige, zo niet onmogelijke positie brengt. "Enerzijds wordt samenwerking tussen telers en tuinders gestimuleerd. Zowel Brussel als het voormalige ministerie van Landbouw willen dat telers en tuinders hun marktpositie versterken door samenwerking en verlenen hiervoor subsidies. Anderzijds kunnen andere overheidsinstanties boetes opleggen."