Planten zouden licht nog beter kunnen benutten voor voedselproductie
Er wordt al minstens 70 jaar over de hele wereld onderzoek gedaan naar vragen die spelen rond de manier waarop planten lichtkleuren benutten voor de fotosynthese. Een aantal belangrijke vraagstukken is nu ontrafeld door onderzoek naar de fotosynthese-effectiviteit bij verschillende lichtomstandigheden.
Planten blijken hun bladeren efficiënt aan te passen aan de lichtkleur, die aanwezig is op de plaats waar ze groeien. Zo zorgen planten ervoor dat ze zo effectief mogelijk gebruik maken van het licht dat op hun groeiplaats aanwezig is.
Uit het onderzoek blijkt ook dat specifieke combinaties van verschillende lichtkleuren meer fotosynthese oplevert dan de lichtkleuren los van elkaar. Dat inzicht is onder andere belangrijk voor het energiezuinig inzetten van belichting in tuinbouwkassen.
De onderzoekers ontdekten bovendien dat bladpigmenten, die niet direct betrokken zijn bij de fotosynthese, licht ‘verspillen’. Deze kleurstoffen absorberen het licht wel, maar gebruiken het niet voor de fotosynthese.
Deze vondst biedt een kans om gewassen te ontwikkelen, die nog méér voedsel produceren door het gehalte van die ‘verspillende’ kleurstoffen te verlagen. Dat speelt vooral voor ‘beschermde’ teelten, zoals in kassen. De ‘verspillende’ kleurstoffen hebben namelijk wel een beschermende functie tegen bijvoorbeeld teveel UV-licht of vraat. In binnenteelten spelen dat soort problemen veel minder dan in het open veld.
Onderzoekers van Wageningen UR en onderzoeksbureau Plant Lighting van eerste auteur Sander Hogewoning werken inmiddels aan de vertaling van de nieuwe kennis naar toepasbare innovaties.
Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door STW, NWO, Philips, Plant Dynamics BV, VU Amsterdam, Productschap Tuinbouw en het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.