Betere biologische bestrijding door bijvoeren van roofwants Macrolophus
De roofwants Macrolophus pygmaeus (= caliginosus) vormt de basis voor de biologische bestrijding in tomaat. Deze wantsen zijn ‘omnivoor’ en kunnen naast verschillende plaaginsecten ook van plantsappen leven. Als deze roofwantsen eenmaal een hoge dichtheid hebben bereikt, leveren ze een belangrijke bijdrage aan de bestrijding van wittevlieg, spint, rupsen, mineervlieg en bladluis. Ze zijn dus essentieel voor het weerbaar maken van het teeltsysteem.
De vestiging van deze roofwants komt echter vaak moeizaam op gang in de periode winter/voorjaar. Sinds een aantal jaar experimenteren telers met het bijvoeren met gesteriliseerde eieren van de meelmot Ephestia. Wageningen UR Glastuinbouw vergeleek dit voedsel met een aantal andere voedselbronnen. Dit is getest in kooien op individuele planten en bij het bedrijf Agro Care in Rilland.
Bijvoeren
Op individuele tomatenplanten met een overmaat aan voedsel bleek dat Ephestia-eieren de meest geschikte voedselbron zijn voor populatieopbouw van Macrolophus. De roofwantsen groeiden met Ephestia als bijvoer zelfs sneller dan op planten met kaswittevlieg. Het aanbrengen van stuifmeel van suikermais of gedecapsuleerde cysten van Artemia (pekelkreeftje) resulteerde in minder nakomelingen dan bij Ephestia-eieren, maar ten opzichte van planten zonder voedsel gaf dit nog steeds een aanzienlijke verbetering.
Artemiacysten zijn goed verkrijgbaar en aanzienlijk goedkoper dan Ephestia-eieren. De hoeveelheid Ephestia, die wordt ingezet, wordt vaak beperkt door de prijs. Bij Agrocare Rilland is daarom gekeken of een vijf maal hogere dosering van de goedkopere Artemiacysten een beter resultaat gaf. Dit bleek inderdaad het geval te zijn: wekelijks verblazen van dit voedsel verdrievoudigde de populatie Macrolophus ten opzichte van Ephestia-eieren. De dichtheden liepen op tot meer dan 100 per plant in een periode van 16 weken. Het viel daarbij op dat Macrolophus nauwelijks aanwezig was in de paden waar geen voedsel was toegediend. Het is dus zaak om verder te kijken hoe dit voedsel het beste kan worden toegediend om tot een optimale verdeling van Macrolophus te komen.
Bron: Glastuinbouw.wur.nl