Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Geen gevolgen voor toelaatbaarheid van de in Nederland beschikbare middelen

Ctgb weegt recente studies neonicotinoïden mee bij nieuwe toelatingen

Science publiceerde op 29 maart twee studies naar de effecten van imidacloprid en thiamethoxam houdende zaaizaadbehandelingsmiddelen op honingbijen en hommels.
Het Ctgb heeft de relevantie van deze studies voor de huidige toepassingen van beide stoffen in Nederland onderzocht. De grenswaarden, die zijn aangehouden bij de beoordeling van middelen op basis van deze stoffen, zijn lager dan de waarden waarbij de studies effecten constateren. Op grond hiervan concludeert het Ctgb dat deze studies geen nieuw licht werpen op de toelaatbaarheid van het huidige toegelaten gebruik van imidacloprid en thiamethoxam in Nederland.

Eind april levert de Europese Commissie naar verwachting de resultaten van de beoordeling door EFSA van de studies over imidacloprid en thiamethoxam. In afwachting hiervan zal het Ctgb bij nieuwe aanvragen van middelen op basis van alle neonicotinoïden ook de resultaten van beide studies bij de beoordeling meewegen. De mondiale bijensterfte en het mogelijk verband met toegelaten gewasbeschermingsmiddelen heeft continu de aandacht van het Ctgb. Nieuwe onderzoeksresultaten worden door het Ctgb voortdurend betrokken bij het beoordelen van de risico’s.

Conclusie over toegelaten gebruik van imidacloprid als zaadbehandeling.

Een van de onlangs gepubliceerde studies richt zich op de effecten van imidacloprid op hommelvolken. In Nederland heeft imidacloprid als zaadbehandeling momenteel geen toelating meer in gewassen, die aantrekkelijk zijn voor bijen en hommels. De situatie zoals in deze studie nagebootst, zal zich in Nederland dus niet voor doen.

Het Ctgb concludeert dat ook op basis van de nieuwe inzichten die deze recent gepubliceerde studie biedt, de risico’s van het in Nederland toegelaten gebruik van imidacloprid op basis van de gebruiksvoorschriften aanvaardbaar zijn. De blootstelling van bijen en hommels aan andere toepassingen van imidacloprid zal lager zijn dan bij zaadbehandeling. Hierbij zullen dus ook geen onaanvaardbare risico’s optreden.

Vervolgacties

De Europese Commissie heeft beide studies neergelegd voor een oordeel bij de EFSA. Dit wordt voor eind april 2012 verwacht. De Commissie heeft de EFSA gevraagd of de doseringen realistisch en representatief zijn voor toelatingssituaties in alle lidstaten en of de nieuwe onderzoeksresultaten extrapoleerbaar zijn naar andere neonicotinoïden die voor zaadbehandeling gebruikt worden, met name clothianidin.

Nederland en de Europese Commissie hebben ook de lidstaten, die het Europese dossier van beide stoffen hebben opgesteld om een snelle reactie gevraagd zodat binnen Europa eenduidig kan worden gereageerd en zonodig op Europees niveau dezelfde actie kan worden ondernomen. De Europese Commissie zal EFSA in een aparte opdracht ook vragen een overzicht te maken van de bestaande data van risico's voor bijen van neonicotinoïden.

De recent gepubliceerde studies voegen nieuwe informatie toe aan het al uitgebreide dossier van deze stoffen. De resultaten vragen om aanvullend onderzoek, bijvoorbeeld om te bepalen bij welke concentraties juist geen effecten meer laten zien (NOEC-waarden) en om te bepalen wat de relevantie is van de gevonden effecten voor de veldsituatie.

Het Ctgb bepleit om ook de effecten op andere bijensoorten dan de honingbij beter te bekijken. Europese ontwikkelingen op dit vlak zijn reeds in gang gezet. Het Ctgb draagt hier namens Nederland aan bij door deelname aan de EFSA werkgroep, die zich richt op het schrijven van een guidance document voor de risicobeoordeling voor bijen met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen.

Geen gevolgen voor toelaatbaarheid

Het Ctgb concludeert na bestudering van de recent gepubliceerde studies, dat de
onderzoeksresultaten geen gevolgen hebben voor de toelaatbaarheid van de in Nederland beschikbare middelen. Er is geen aantoonbaar verband tussen de bij het toegelaten gebruik voorkomende blootstelling en effecten op de Nederlandse bijenpopulatie die op dit moment een ingrijpen door het Ctgb op de lopende toelatingen in Nederland rechtvaardigen.

Het Ctgb zal echter de resultaten van deze studies meewegen bij de beoordeling van nieuwe aanvragen tot toelating van middelen voor zaadbehandeling op basis van imidacloprid, thiamethoxam of andere neonicotioniden.

Bron: Bayer Crop Science
Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer