Toen Meijs het ras op 26 mei plantte was er nog maar weinig ervaring mee. Rijk Zwaan-teeltadviseur Ronald van den Bulk adviseerde om de plant goed zout weg te zetten en relatief hoge etmalen te draaien. “In eerste instantie had ik er wel mijn bedenkingen bij: nachten van 20 °C en een EC van 3,5 tot 4”, herinnert de teler zich. “Maar Bonbon bleek dit inderdaad nodig te hebben. Omdat hij veel komkommers aanmaakt, moet je hem niet te vol hangen en het tempo erin houden. Dan
gaat de overgang naar de ranken prima en blijft de kwaliteit de hele teelt goed.”
Goed vergelijk
Naast Bonbon stond op de andere helft van het bedrijf nog het standaard zomerras van Meijs geplant, zodat hij de rassen goed kon vergelijken. “Waar mijn standaardras aan het einde van de teelt voor 100 procent besmet was, had Bonbon niet tot nauwelijks uitval”, vertelt de teler. “En dat terwijl de kwaliteit en houdbaarheid even goed waren.” Wel bleek Bonbon wat groeieriger, zodat er wat meer werk in zit om het gewas open te houden. “We hebben elke week een rondje blad geplukt: dan is het prima. Normaal halen we ook een blaadje weg voor de eerste oogst, maar omdat Bonbon iets gevoeliger is voor Botrytis doen we dat niet meer. Opvallend is wel dat de Botrytis-plekken, die Bonbon toont, nooit echt een probleem zijn: het gewas gaat er niet aan kapot. De intermediaire meeldauwresistentie is trouwens een mooi bijkomend voordeel: van meeldauw heb ik nauwelijks iets gezien."Na de positieve ervaringen in de tweede teelt, koos Meijs in de derde teelt op het héle bedrijf voor Bonbon. Met de opgedane kennis kon hij de teelt verder optimaliseren. “Vanaf de start heb ik toen meteen al wat harder gestookt en durfde ik zelfs een EC van 4,5 aan. Het gewaswerk viel in die teelt ook mee en Botrytis zorgde nauwelijks voor echte problemen. In totaal heb ik maar twee keer een bestrijding uitgevoerd: minder dan de meeste collega’s.”
Altijd groei en bloei.
Op het moment van het interview (begin februari, red.) is de teler nog geen
virussymptomen tegengekomen, maar bij een nieuwe aantasting kiest hij zeker
weer voor Bonbon. “Onderschat vooral niet de rust, die het telen van een bontresistent ras geeft. Je kunt ontspannen door de kas lopen zonder constant de angst te hoeven hebben om weer een nieuwe infectiehaard tegen te komen. Met Bonbon heb je bovendien altijd groei en bloei en het gewas ziet er op elk moment prachtig uit. In een situatie zonder virus lever je misschien een paar vruchten in, maar verder is het fluitend komkommers telen."
Bron: Seeds & Services Komkommer, Rijk Zwaan