Tuinder zijn was in jaren '30 geen onverdeeld genoegen
Om die enigszins te verlichten, richten enkele burgers een plaatselijk crisiscomité op, dat met dat doel voor ogen geld inzamelt . De gemeentekas slinkt ook snel en moet met rijkssubsidie worden aangevuld. De werklozenzorg bereikt een hoogte als nooit tevoren. En dat niet alleen in Maasland. Om werk te creëren, besluit de gemeenteraad daarom een nieuwe begraafplaats aan te leggen, die al jarenlang nodig is, maar waarover een besluit steeds is uitgesteld. Met kleine telers en tuinders, die ook maar nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden, houdt de regering rekening. Ze kunnen bijvoorbeeld hulp krijgen bij de aankoop van kunstmest. Ze moeten daarvoor wel een aanvraag doen bij hun gemeente.
Tuinder zijn, dat blijkt zonneklaar, is in de jaren dertig geen onverdeeld genoegen. De tijd dat men er een goudmijn in dacht te vinden, is voorbij. Tuinder zijn is steeds meer een zaak van sober leven en hard werken. Wie er aan begint, heeft de kans op een bestaan, dat een tikje boven de arbeidersstand uitkomt. Een garantie is daar echter niet voor te geven. Maar veel tuinders stijgt het water tot aan de lippen. Ze komen in actie. Hierover later meer.
Bron: Over het Westland Gesproken