"Groei mag nooit een doel op zich zijn"

Bart Verhalle is na de overname van de West Plant Group een nieuwe richting ingeslagen. Hoewel het in de natuur zit van iedere ondernemer om te groeien, is hij

zich juist gaan richten op verfijning van het opkweeksysteem. In een periode dat de

tuinbouw het moeilijk heeft, kan hij zich goed handhaven en vergroot hij zijn aandeel

in de markt.

Op een steenworp afstand van het Floriadeterrein ligt het hoofdkantoor van de West Plant Group (WP), waar Bart Verhalle de scepter zwaait. Dat doet hij niet alleen, want hij voelt zich ondersteund door een ervaren managementteam. In 2007 nam hij het in 1974 gestarte bedrijf over van zijn vader. Ooit begonnen met de opkweek van sla in perspotten, ontwikkelde deze plantenkweker zich tot leverancier van trayplanten voor de vollegronds groenteteelt met een focus op brassicasoorten: 350 miljoen stuks op jaarbasis. Daarnaast is het bedrijf stevig verankerd in de aardbeienteelt met 10 miljoen trayplanten op jaarbasis voor de vollegronds-, tunnel- en kasteelt. Inmiddels heeft het bedrijf met twee vestigingen een teeltoppervlak van 25 hectare. Het overgrote deel van de trayplanten gaat naar Nederland, Duitsland en België, maar WP belevert van Denemarken tot Spanje en van Polen tot Oostenrijk.

WP heeft door de jaren heen een grote bijdrage geleverd in de ontwikkeling van de opkweek van trayplanten in Europa. Het bedrijf is volledig geautomatiseerd, inclusief stapelbare systemen voor opslag en transport. In het topseizoen kan het bedrijf per week 150 vrachtwagencombinaties met planten naar klanten sturen.

De overname van het bedrijf door het echtpaar Verhalle heeft een nieuwe impuls gegeven aan de bedrijfsstrategie. Bart en zijn vrouw kwamen in 1993 in het bedrijf, waarop vader in 2001 met pensioen ging. In 2007 volgde de uiteindelijke overname. Vanaf 2000 maakte het bedrijf een periode van expansie door. Destijds was dat een verantwoorde keuze, maar tijden veranderen. “Groei mag nooit een doel op zich zijn”, vertelt Verhalle. “Het moet een afgeleide zijn van goed ondernemen.“ Hij zag dat het uitdijen van eigen en gehuurde kassen leidde tot minder efficiency. “Ik wilde me focussen op een betere kwaliteit van het plantmateriaal”, gaat hij door. “Daarom heb ik juist gezocht in een stukje krimp, waardoor we de bedrijfsprocessen weer beter in de hand kregen. ”Dat besluit viel in 2009, net voor de kredietcrisis die ook de tuinbouw in alle hevigheid heeft getroffen. De timing was goed. Het bedrijf dat ieder jaar ongeveer 10% in omvang toenam, maakte pas op de plaats om zich te verdiepen in een beter rendement. Het accent kwam te liggen op betere kwaliteit van het plantmateriaal door verbetering van interne bedrijfsprocessen als verkoop,

productie, teelt, logistiek en debiteurenbeheer. Niet zonder trots vertelt Verhalle dat het eigenlijk niet uit maakt of een plant is geteeld in oude of nieuwe opstanden. Het eindresultaat is gelijk.

Verhalle en zijn team zagen dat deze aanpak vruchten af ging werpen. “We hebben bijvoorbeeld ook het contact met de eindklanten verder verdiept. Onze vertegenwoordigers steken veel tijd in het overdragen van kennis. Zij praten over de gewassen en delen hun teeltervaring met klanten. Daarmee kun je klanten aan je binden en dat is enorm belangrijk”, legt hij uit. Het gevolg van die aanpak is dat de plantenkweker ondanks moeilijke tijden zijn aandeel in de markt ziet groeien. De vollegronds groenteteelt neemt in oppervlakte niet toe, maar de telers realiseren de laatste jaren wel een meeropbrengst omdat de teelttechnieken verbeteren.

Een grote tegenslag voor de tuinbouwsector was de EHEC-crisis in 2011. Verhalle heeft met lede ogen aangezien hoe de consument voedselveilig geproduceerde groente heeft laten liggen. Onverteerbaar, vindt hij. “Aan massahysterie valt weinig te doen, maar ik vraag me af wie er nu bang was. De consument of de handel. Het vertrouwen was weg. Het heeft me altijd al verbaasd dat we als tuinbouwsector zo weinig aandacht weten te vestigen op de beleving en emotie van onze producten. Het is jammer dat er zoveel kwaliteit qua smaak en uiterlijk verloren gaat na het oogsten. Vertrouwen moet je opbouwen bij consumenten en dat begint met een vers

product. Zo krijg je een goede binding."

Bron: Agrarisch Nieuws, ABN-Amro