Belang van agrarische sector voor Nederlandse export neemt toe
Door de relatieve krimp van de land- en tuinbouw wordt onze voedingsmiddelenindustrie steeds afhankelijker van geïmporteerde agrarische grondstoffen. Het Nederlandse agrocomplex is daarnaast sterk afhankelijk van de export. Na een daling in de periode 2003-2007 stijgt het belang van die export voor de opbouw van toegevoegde waarde en werkgelegenheid van het agrocomplex hierna weer tot ongeveer driekwart procent. Het handelssaldo van het agrocomplex neemt mede daarom toe van 10 mld. euro in 1995 naar 11,3 mld. euro in 2009.
De topsector Agrofood, die bestaat uit de deelcomplexen voor akkerbouw, grondgebonden veehouderij, intensieve veehouderij en visserij, draagt het meest bij aan de economische betekenis van het agrocomplex. De topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, die bestaat uit de deelcomplexen voor glastuinbouw en opengrondstuinbouw, neemt echter in belang toe. Binnen deze laatste topsector is het glastuinbouwcomplex verantwoordelijk voor meer dan de helft van het energieverbruik en voor bijna een derde van de broeikasgasemissies van het agrocomplex. Tegelijkertijd produceren tuinders de laatste jaren overigens wel meer elektriciteit - door inzet van warmtekrachtkoppeling – dan voor eigen gebruik nodig is. De sector levert die extra productie via het elektriciteitsnet aan derden.
Klik hier om het overzicht te bekijken
Bron: LEI.wur.nl