Aanbevolen instellingen zijn globaal: (afhankelijk van de gewasstand) voornacht 15 (bij bewolkt weer, bij zonnig weer 16 graden), nanacht 16,5-17,5 graden, bij zon op 18 graden en 20-21 graden dag (+ licht). De latere plantingen zullen hogere instellingen hanteren. Met deze voornachten zien we veel minder bonkvruchten dan bij VN 14 graden. Etmalen kunnen uiteenlopen van 16,5 graden (donkere dag) tot 19,5 graden op een zonnige dag.
Veelal is de druppel-EC, afhankelijk van het plantstadium, ingesteld tussen 3,3 en 3,7. Lager komt ook voor, maar dit is niet aan te bevelen op donkere dagen. Houd hierbij ook de kleur van de plant in de gaten aan het eind van de middag. Hierin spelen temperatuur, maar in mindere mate ook EC een rol. Bij mooi weer is het advies 2,5-3 keer de lichtsom aan water te geven met ongeveer 3½ uur tussen de laatste druppelbeurt en het einde van de dag met stoken (moment van ingaan voornacht). Het streven is om ’s nachts de mat 8-10% in te laten teren.
Het aanhouden van de extra stengels is door het koude lichte weer redelijk vlot verlopen, mede doordat op die momenten soms (bewust/onbewust) even wat rustiger is geteeld. 3,5 Stengels/m² is maximaal en oudere kassen mogen nog wat ruimer staan. De meeste telers nemen een blaadje mee uit de kop. Anderen wordt aangeraden hier nu mee te beginnen omdat we het gewas open en generatief moeten houden met voldoende licht op de trossen. Dit kunnen we de rest van het jaar blijven doen met uitzondering van een zomerse periode (3 dagen meer dan 24 graden en zon). Dan raden we aan het blaadje in die week te laten zitten om voldoende koeling in de kop te houden.
De meeste telers zijn vanaf tros 2 of 3 op 6 gaan snoeien. Diamantino kan dit goed aan en heeft het eigenlijk zelfs nodig. Bovendien is het goed om de juiste grofheid te krijgen voor het segment waarin veelal geteeld wordt. We raden aan om de rest van het jaar op 6 te blijven snoeien. Daarbij moeten we er wel 2 bloemen af kunnen blijven halen. Wanneer dit niet lukt of bij een week met moeilijkere zetting (zomers weer), dan raden we aan een tros op 5 te snoeien.
In Nederland/België staat dit jaar 45 ha. Diamantino in plantingen vanaf begin december tot half januari. Diamantino is in België in het Flandria Elite segment het hoofdras geworden omwille van zijn hoge productie in combinatie met een ijzersterke kwaliteit.
Adviezen voor de komende periode:
- Blijf sturen op een voldoende krachtige en generatieve plant. Houd in vegetatievere gewassen de dagtemperatuur tot 1 uur na zon onder vast bij mooi weer. Blijf een blaadje in de kop van de plant meenemen.
- Laat het scherm open bij het ingaan van de voornacht en scherm in de nanacht alleen nog onder de 4-5 graden buitentemperatuur.
- Zorg dat de plant ’s morgens op temperatuur is (stooktemperatuur einde nacht minimaal 17,5 graden) voordat het scherm open is. Stook een half uur voor zon op naar een dagtemperatuur van 18 graden en open dan het scherm. Het scherm openen geeft een kleine temperatuursdip, maar maakt de trossen sterk. Stook vervolgens weer rustig naar de dagtemperatuur. Wanneer het scherm de hele nacht open blijft, is het ook aan te bevelen met een graad ochtenddip te werken.
- Laat met zon de temperatuur in de middag tot maximaal 25 graden oplopen.
- Pas op voor grove bloemen met lage voornacht (<15,5 graden) bij helder weer i.v.m. uitstraling.
- Druppel-EC 3-3,3 bij mooi weer en 3,3-3,5 bij donker weer.
- Kalium: streefwaarde in de mat voor Diamantino is 7-8 millimol/l.
- Borium: streefwaarde in de mat voor Diamantino is 250 micromol/l.
- Lagere nitraatgift om gewas generatief/in balans te houden.
- We streven ernaar dat het NO3 gehalte in de mat niet boven de 20 mmol/l komt (gehalte gecorrigeerd naar 3 EC). We compenseren de lagere NO3 gift voornamelijk met een hogere Chloor (Cl) gift en in iets mindere mate met een hogere sulfaat (SO4) gift. Dit wordt gedaan door kaliumchloride te gebruiken in plaats van kalisalpeter. Een NO3 gehalte van 15 mmol/l (bij 3 EC) heeft geen nadelig effect op groei en productie. Een lager gehalte dan ongeveer 15 mmol/l raden we af. Het streven is om gedurende de teelt het NO3 gehalte tussen de 15 en 20 mmol/l in de mat te houden.