LTO roept kabinet op in te zetten op agrarische export
Maat reageert hiermee op de vandaag gepresenteerde ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) voor het begrotingstekort de komende jaren. Het kabinet bepaalt aan de hand van die cijfers hoeveel extra bezuinigd moet worden om weer aan de eigen eisen uit het regeerakkoord en aan de EU-eisen te voldoen. LTO Nederland VNO NCW en MKB-Nederland zijn de drie centrale werkgeversorganisaties van Nederland.
“Nederland is afhankelijk van export,” aldus de voorzitter van LTO. De binnenlandse markt biedt volgens Maat te weinig perspectief. “Er heerst een pessimistische stemming bij consumenten.” Hij wijst op de strategie, die andere landen toepassen. “Neem Duitsland, daar geeft de overheid fiscale voordelen aan de belangrijke auto-industrie. Die sector blijft het goed doen. Laten we daar een voorbeeld aan nemen.”
De voorzitter van LTO Nederland pleit voor een tijdelijke lastenverlichting aan mensen, die vanuit een uitkering weer aan de slag gaan in de land- en tuinbouw. “Een fiscale korting voor productiewerkers kost de overheid per saldo niet veel. Het leidt wel tot minder uitkeringen. Ik constateer dat men ondanks alle goede voornemens nog nauwelijks werklozen van de bank heeft gekregen. Extra reden om het werken in de agrarische sector fiscaal aantrekkelijk te maken.”
Bij het nemen van beslissingen over bezuinigingen vraagt Maat ook speciale aandacht voor de positie van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. “Anders dan bij grote bedrijven wordt het inkomen van deze ondernemers direct geraakt als het slechter gaat. Het is essentieel niet te sleutelen aan de zelfstandigenaftrek. Ondermijn de motivatie van de ondernemers niet!”
In dit verband vraagt hij niet te morrelen aan het lage btw-tarief voor voedsel en bloemen. “Dat is niet alleen slecht voor de afzet in eigen land, het geeft ook een verkeerd signaal aan het buitenland. Het zou andere overheden in de verleiding kunnen brengen hun btw-tarieven ook te verhogen. Dat soort maatregelen zou onze sector heel hard raken.”
De agrarische sector kan zijn prominente positie volgens Maat alleen behouden als er voldoende ontwikkelingsruimte voor innovatie blijft. “Dat hebben agrarische ondernemers nodig om hun bedrijf concurrerend te kunnen blijven houden.” Blijven investeren in de door het kabinet benoemde Topsectoren Agro & Food en Tuinbouw en Uitgangsmaterialen is dan ook een voorwaarde. “De sector is de stille motor achter de Nederlandse economie en de nummer één in de wereld. In totaal genereert de sector € 48 miljard aan toegevoegde waarde. Dat is goed voor bijna 10% van de Nederlandse economie en werkgelegenheid. Nederland heeft in de agrosector de meest succesvolle en innovatieve bedrijven, beschikt over kennisinstellingen van wereldklasse en staat aan de Europese top van private investeringen.”
Maat beseft dat de overheid terughoudend is met subsidies en allerlei stimuleringsmaatregelen. Het is volgens hem wel de moeite waard na te gaan of een verschuiving van middelen rendement op kan leveren. “Neem de sanering van asbestdaken in combinatie met het plaatsen van zonnecollectoren. Wanneer de overheid dat stimuleert, los je het probleem van de asbestdaken op en geef je een positieve impuls aan de bouw en dus economie. Denk aan een soortgelijke regeling die we nu hebben voor investeringen in duurzame stallen. Samen met de bouwsector kunnen we daar een flinke slag slaan.”
Bron: LTO Nederland
