De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek zijn:
- De bladbedekkingsgraad, het specifieke bladgewicht, de totale biomassa, de drogestofverdeling en de vruchtproductie werden goed gesimuleerd. Dit betekent dat onderliggende processen, die niet direct met metingen vergeleken konden worden (bijvoorbeeld gewasfotosynthese en onderhoudsademhaling) eveneens betrouwbaar werden gesimuleerd.
- De CO2 concentratie van de kaslucht, die in grote mate wordt bepaald door de raamopeningen, bepaalt grotendeels productieverschillen. In de open kas gaat veel CO2 verloren, ten koste van de productie.
- Een zekere hoeveelheid CO2 kan het beste kan worden aangewend op momenten dat een hoog lichtniveau deze extra CO2 zo efficiënt mogelijk door het gewas laat gebruiken. De maximale fotosynthesesnelheid is dan namelijk nog niet bereikt. Er moet dus op het midden van de dag en niet aan de randen van de dag worden gedoseerd.
- Een verticale temperatuurgradiënt heeft effecten op onder meer de assimilatenbeschikbaarheid, de snelheden van trosvorming en trosafrijping en de plantbelasting. Op gewasniveau heffen deze elkaar op, zodat het effect op productie klein is (gemiddeld 1% extra productie op seizoensbasis).
Bron: Wageningen UR Glastuinbouw