Wageningen UR Glastuinbouw heeft in de periode 2006-2010 onderzocht welke onderstammen voor vruchtgroenten geschikt zijn voor de biologische teelt in relatie tot wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne spp.). Het onderzoek werd gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
In de biologische teelt van vruchtgroenten in Nederland vormt de aanwezigheid van wortelknobbelaaltjes ofwel Meloidogyne spp. in de grond een zeer groot probleem. De schade bestaat uit sterk verminderde groei of zelfs uitval van planten, wat kan resulteren in een fors lagere vruchtproductie. Bij de biovruchtgroenten komt in de grond vooral het wortelknobbelaaltje M. incognita (Mi) voor. Daarnaast wordt ook vaak M. hapla (Mh) en M. javanica (Mj) gevonden. Al vele jaren gebruiken telers van vruchtgroenten met wisselend succes bepaalde onderstammen.
Vooral biotelers van komkommer hebben grote behoefte aan een onderstam die weinig gevoelig is voor of liefst volledig resistent is tegen wortelknobbelaaltjes. Deze onderstam moet tevens goed verentbaar zijn en een goede productie en kwaliteit geven. Vanaf 2006 tot en met 2010 zijn door Wageningen UR Glastuinbouw verschillende proeven met onderstammen van komkommer, tomaat en paprika’s uitgevoerd met het doel om voor deze vruchtgroenten één of meer geschikte en resistente onderstammen te vinden.
Komkommer blijft lastig
Van komkommer zijn in totaal 24 onderstammen getoetst. Onderstammen met een behoorlijk hoog resistentieniveau tegen M. spp. zijn 64-10, 64-12 en Harry. De meeste onderzochte komkommeronderstammen zijn gevoeliger voor Mi dan voor Mh. De beste drie onderstammen hadden een lage wortelknobbelindex (WKI) en een relatief lage reproductie van M. spp. Mede door een trage kieming en variatie in kiemsnelheid verliep de verenting bij vooral 64-10 echter niet altijd gemakkelijk, waardoor de productie soms tegenviel. Ook de productie van Harry viel niet altijd mee. De zaadbedrijven hebben echter besloten om geen zaad meer van deze drie onderstammen in de handel te brengen.
De nu veel gebruikte onderstammen met een genetische achtergrond van Cucurbita maxima x C. moschata, zijn helaas behoorlijk gevoelig voor wortelknobbelaaltjes. Voor biologische komkommertelers is het nu onmogelijk om via een resistente onderstam de schade door M. spp. te beperken.
Perspectiefvolle tomaatonderstammen
In de verschillende proeven zijn in totaal 28 tomaatonderstammen onderzocht. De meeste tomaatonderstammen zijn minder gevoelig voor Mi en Mj dan voor Mh. Onderstammen met zowel een lage score op de WKI als een lage reproductie van de verschillende M. spp., is vooral PG76 en in mindere mate Brigéor. Big Power was ongeveer vergelijkbaar met Brigéor, maar is minder vaak beproefd. PG76 en Brigéor doen qua productie niet onder voor die van de standaardonderstam op de proefbedrijven.
Onderstammen paprika
In totaal zijn bij paprika 14 onderstammen beproefd op resistentie tegen M. spp. Onderstammen, die het voor wat resistentie betreft tegen verschillende M. spp. relatief goed doen, zijn Capital, O7zs102, Snooker en PR 131. Evenals bij tomaat zijn veel van de onderzochte onderstammen behoorlijk resistent tegen Mi en Mj, maar vrij gevoelig voor Mh. Er zijn geen betrouwbare verschillen in productie of kwaliteit gevonden tussen de onderstammen Capital, Snooker en DRO 3412/3413. O7zs102 en PR 131 geven een lagere productie.
bron: Wageningen UR Glastuinbouw,