Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Suiker Unie verwarmt straks kassen Dinteloord

Op een bijna 400 hectare groot Agro & Food Cluster in West-Brabant gaan agro-, tuinbouw- en levensmiddelenbedrijven warmte, water, CO2 en agrarische reststromen met elkaar uitwisselen. Op details de zaken wellicht anders aanpakken, de puntjes op de i zetten en de financiering rondbreien. Daarna kunnen Suiker Unie en TOM Brabant aan de slag met AFC Nieuw Prinsenland bij Dinteloord.



Het AFC (Agro & Food Cluster) Nieuw Prinsenland wordt binnenkort een prachtvoorbeeld van industriële symbiose zoals we dat, op deze schaalgrootte, nog maar nauwelijks in Nederland kennen. Andere bedrijfsterreinen nemen al snel de term ‘duurzaam’ in de mond voor zoiets eenvoudigs als gezamenlijk inkoop van energie of water. Suiker Unie, TOM (Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij) Brabant en BreedofBuilds, een ingenieursbureau annex investeringsmaatschappij, gaan aanzienlijk verder.

Alle belangrijke kenmerken van industriële symbiose zijn namelijk in het AFC Nieuw Prinsenland terug te vinden; van het sluitend maken van de grondstofkringlopen en het verhogen van de grondstofproductiviteit tot het verkleinen van fysieke verliezen en het tegengaan van industriële obesitas (ook wel ‘decarbonisatie’ genoemd).
Gematigd positief

Nu is de totstandkoming van AFC Nieuw Prinsenland niet bepaald van een leien dakje gegaan. Voordat de bestuurs- en exploitatieovereenkomsten medio vorig jaar werden getekend en het provinciale bestemmingsplan in oktober in werking trad, is er bijna tien jaar lang water door het riviertje de Dintel gestroomd, zonder dat er iets gerealiseerd kon worden. Jarenlang heeft een groot deel van de lokale bevolking, daarin gesteund door Milieudefensie Brabant en verenigd in Stichtingen als ‘Glashard Nee en ‘Behoud Open Polders’, tegen de bierkaai gestreden.

Maar de oude Prinsenlandse polder, genoemd naar prins Philips Willem van Oranje, oudste zoon van Willem de Zwijger die in 1605 achttien kilometer van het gors (veen) tussen de riviertjes de Vliet en Dintel liet bedijken, moet nu wijken voor duurzame economische ontwikkeling van de streek. De bevolking in dit deel van Brabant staat gematigd positief tegenover de plannen. Onderzoek van studenten van de hogeschool HAS te Den Bosch heeft medio maart 2011 uitgewezen dat bijna de helft van de plaatselijke bevolking vóór het AFC is. Circa een-derde is tegen en ruim twintig procent onbepaald. Hoewel er nog drie beroepen bij de Raad van State lopen, verwachten betrokkenen dat het project alleen op onderdelen zal worden bijgesteld.

Suikerfabriek speelt belangrijke rol

Maar wat houdt het AFC Nieuw Prinsenland nu precies in? Wel, in de driehoek tussen ruwweg Dinteloord, Stampersgat en Heijningen – het noordoostelijke deel van de Oude Prinsenlandse polder en de Willemspolder – zal meer dan driehonderd hectare nieuwe glastuinbouw komen (220 hectare glasoppervlak). Daarnaast is er ruimte voor 70 hectare nieuw bedrijfsterrein (50 hectare netto) en 45 hectare herontwikkeld eigen terrein voor de al bestaande fabriek van Suiker Unie in Stampersgat.

Die agro-bedrijven zijn van plan om, als het winstgevend is, warmte, water en CO2 van elkaar te gaan betrekken. De bestaande suikerfabriek van Suiker Unie speelt daarin een belangrijke rol als realisator en aanjager: op dit moment wordt er een biomassavergistingsinstallatie voor 100.000 kilo bietenresten, aangevuld met andere biomassareststromen, neergezet die vanaf eind dit jaar al tien miljoen kuub biogas aan het regionale net gaat leveren.

De Brabantse Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij – kortweg TOM - is een van de initiatiefnemers van het project en verantwoordelijk voor realisatie en invulling van de 220 hectare netto glastuinbouw. Volgens Piet Janmaat, directeur van TOM, is er lang en breed nagedacht over de juiste invulling van het project. Immers, niet alle bedrijven komen in aanmerking om zich op het terrein te vestigen, ze moeten wel tot de agro- en levensmiddelensector behoren of daaraan gelieerd zijn.

“Alleen als ze over vergelijkbare stromen, grondstoffen en processen beschikken”, licht Janmaat het concept toe, “liggen er kansen om winstgevende industriële symbiose en samenwerking toe te passen, anders lukt het niet. Zo kan de circa één miljoen kuub proceswater – dat Suiker Unie voordien gezuiverd op de Dintel loosde – straks voor een deel naar de tuinders, als aanvulling op hun regenwater. Op het bedrijventerrein willen we verder ondernemingen aantrekken die reststromen van Suiker Unie tot veevoer, kunstmest of zoetstoffen verwerken.”

Grondstofkringloop

De kern van het restwarmtedeel van het project wordt gevormd door overtollige warmte van de suikerfabriek dat nu nog via koeltorens in de lucht verdwijnt maar straks naar de aangesloten glastuinders gaat. Volgens berekeningen zou met die laagwaardige restwarmte – met een temperatuur van 55 graden Celsius – meer dan 200 hectare kassen in het AFC NP kunnen worden verwarmd.

“We mikken voorlopig op tachtig hectare en maken een eerste stap van veertig hectare”, zegt Paul Hagens, manager AFC Nieuw Prinsenland bij Suiker Unie. “Dat is in eerste instantie ingegeven door de glastuinbouwmarkt maar de suikerfabriek wil zelf ook rek houden en zich contractueel niet vast laten zetten. Suiker Unie is met haar fabriek overigens zelf nog steeds hard bezig om het ontstaan van restwarmte te voorkomen.”

Volgens Hagens heeft Suiker Unie haar grondstofkringlopen al bijna geheel gesloten: melasse, de stroop waaruit men geen suiker meer kan winnen, wordt voor fermentatieprocessen gebruikt en levert onder meer ethanol, bakkersgisten citroenzuur op, schuimaarde dient als bekalking voor zure gronden en de pulp wordt door rundveehouders als veevoer afgenomen.

De enige stromen die de onderneming nog niet duurzaam heeft verwaard, zijn restwarmte en water. “Een suikerbiet bestaat voor circa zeventig procent uit water. In het proces krijgt dat water een vrij zware organische belading. Bij de fabriek in Dinteloord staan daarom twee anaerobe methaangasreactoren waarmee we het water zuiveren en waaruit we het biogas terugwinnen.”
Industriewater

Met AFC Nieuw Prinsenland wordt het nu mogelijk diverse ringsystemen voor water, warmte en CO2 aan te leggen waarop toekomstige bedrijven die dergelijke stromen willen gebruiken, kunnen aankoppelen. Het meest in het oog springend is de aanleg van een CO2 distributienetwerk, vergelijkbaar met dat in het Westland. Daarvoor wordt mogelijk de oude defensiepijpleiding van de Botlek naar Zeeland en Brabant, indertijd gebruikt voor bevoorrading van vliegvelden tijdens de Koude Oorlog, weer in bedrijf genomen. Om een continue aanvoer te waarborgen komen er diverse andere aanvoerpunten voor CO2, bijvoorbeeld per schip en mogelijk een koppeling met industriegebied Moerdijk.

Het tuinbouwgebied zal in ieder geval worden aangesloten op de vergistingscentrale van Suiker Unie die het geproduceerde CO2 op deze wijze snel weg kan zetten. Ook aan de geplande kade aan de Dintel zal een aansluitpunt worden gerealiseerd zodat er letterlijk CO2 handel van en uit het AFC Nieuw Prinsenland kan plaatsvinden. “Op die manier kunnen we het glastuinbouwgebied en het nieuwe bedrijventerrein eveneens aantrekkelijk maken voor partijen die frisdranken fabriceren of die van koolzuurgas gebruik maken”, meent TOM directeur Piet Janmaat.

Volgens Hagens heeft Suiker Unie haar grondstofkringlopen al bijna geheel gesloten: melasse, de stroop waaruit men geen suiker meer kan winnen, wordt voor fermentatieprocessen gebruikt en levert onder meer ethanol, bakkersgisten citroenzuur op, schuimaarde dient als bekalking voor zure gronden en de pulp wordt door rundveehouders als veevoer afgenomen.

De enige stromen die de onderneming nog niet duurzaam heeft verwaard, zijn restwarmte en water. “Een suikerbiet bestaat voor circa zeventig procent uit water. In het proces krijgt dat water een vrij zware organische belading. Bij de fabriek in Dinteloord staan daarom twee anaerobe methaangasreactoren waarmee we het water zuiveren en waaruit we het biogas terugwinnen.”
Industriewater

Met AFC Nieuw Prinsenland wordt het nu mogelijk diverse ringsystemen voor water, warmte en CO2 aan te leggen waarop toekomstige bedrijven die dergelijke stromen willen gebruiken, kunnen aankoppelen. Het meest in het oog springend is de aanleg van een CO2 distributienetwerk, vergelijkbaar met dat in het Westland. Daarvoor wordt mogelijk de oude defensiepijpleiding van de Botlek naar Zeeland en Brabant, indertijd gebruikt voor bevoorrading van vliegvelden tijdens de Koude Oorlog, weer in bedrijf genomen. Om een continue aanvoer te waarborgen komen er diverse andere aanvoerpunten voor CO2, bijvoorbeeld per schip en mogelijk een koppeling met industriegebied Moerdijk.

Het tuinbouwgebied zal in ieder geval worden aangesloten op de vergistingscentrale van Suiker Unie die het geproduceerde CO2 op deze wijze snel weg kan zetten. Ook aan de geplande kade aan de Dintel zal een aansluitpunt worden gerealiseerd zodat er letterlijk CO2 handel van en uit het AFC Nieuw Prinsenland kan plaatsvinden. “Op die manier kunnen we het glastuinbouwgebied en het nieuwe bedrijventerrein eveneens aantrekkelijk maken voor partijen die frisdranken fabriceren of die van koolzuurgas gebruik maken”, meent TOM directeur Piet Janmaat.

Een ander ringnetwerk is het water voor de kassen. Normaliter gebruiken glastuinders bronnen of leidingwater voor hun extra water maar Suiker Unie heeft een overmaat aan gezuiverd water dat de glastuinders goed kunnen gebruiken. Van de 1,5 miljoen kuub water die de fabriek na de jaarlijkse bietencampagne overhoudt, wordt straks 400.000 kuub middels omgekeerde osmose tot industriële drinkwaterkwaliteit voor de kassen geschikt gemaakt. “Deze zuivering leggen we zodanig aan dat ze modulair uitgebreid kan worden”, licht Hagens toe. “Op die manier kunnen we zo dadelijk stapsgewijze ook nog de andere bedrijven van industriewater voorzien.”
Florissante business-case?

Ook opvallend is het ontwerp voor warmtelevering. Daar liepen TOM Brabant en Suiker Unie tot voor kort tegen een sequentiesituatie aan: de fabriek draait alleen voluit tijdens de bietencampagne, in de periode van september tot januari, terwijl tuinders hun kassen van februari tot april wel moeten kunnen blijven verwarmen. Bovendien is de behoefte aan CO2 ’s winters minder groot omdat planten in die periode veel minder CO2 opnemen dan in het voorjaar en zomer.

BreedofBuilds, een ingenieursbureau dat ook risicokapitaal inbrengt, achtte het systeem van restwarmtelevering interessant genoeg. “Ik heb er nog eens aan zitten rekenen”, zegt Renate van Drimmelen, directeur en mede-eigenaar van BreedofBuilds, “en een aanzienlijk deel van de benodigde warmte in de kassen kan vanuit de suikerfabriek worden geleverd. Tijdens het voor- en najaar is de vraag naar warmte van de tuinders lager en is er ook CO2 nodig. AFC Nieuw Prinsenland is geen echt florissante business-case maar, met wat flankerende subsidiestromen, wel degelijk haalbaar. Het zou toch van de gekke zijn als de tuinders geen restwarmtebron gebruiken als dat naast de deur beschikbaar is?”

Bio-based economy

Hetzelfde gaat op voor de nieuwe biomassavergistingsinstallatie die eind dit jaar in gebruik komt. Volgens Paul Hagens was de bouw niet mogelijk geweest zonder groene gas certificaten. “Voor de opstart hebben we een steuntje in de rug nodig van de SDE”, zegt hij. “Het bereiken van kritieke massa is altijd een belangrijk probleem. Draait de installatie eenmaal, dan zijn verdere investeringen makkelijker terug te verdienen. Na verloop van tijd willen we ook reststromen uit de tuinbouw en van nieuwe bedrijven uit de levensmiddelenindustrie gaan gebruiken. Maar daarvoor moet je eerst een goede basis hebben.”

Suiker Unie ziet de vergistingsinstallatie en het huidige concept voor zulke industriële symbiose dan ook niet als het eind van een proces maar juist als basis voor verdere ontwikkeling van een bio-based economy. “De basis, de biomassa bulk, moeten we rendabel kunnen verwerken”, zegt Hagens. “Van daaruit werken we ‘omhoog’ en ‘omlaag’, enerzijds naar hogere toegevoegde waarde van componenten die we mogelijk uit de biomassa kunnen winnen, anderzijds naar betere verwaarding van het digestaat. Immers, de resten van de biet bevatten niet alleen een scala aan organische verbindingen, het zijn natuurlijk ook vezels. En vezels zijn op vele manieren toepasbaar, overal waarbij je stijfheid nodig hebt, van laptops tot legeringen van het chassis van auto’s.”

Die R&D is, zo geeft hij onmiddellijk toe, echter een heel ander traject dan het sluiten van grondstofkringlopen op AFC Nieuw Prinsenland. “Eerst moeten we glastuinders en bedrijven uit de agro- en levensmiddelensector zien aan te trekken, daarna andere levensmiddelenbedrijven”, rondt de manager Nieuw Prinsenland van Suiker Unie af. “Naarmate deze bedrijven zich hier vestigen en de diversiteit op het terrein toeneemt, des te groter worden de kansen om via samenwerking ook succesvolle en innovatieve producten te maken. Dat gaat natuurlijk tijd en geduld vergen maar het resultaat op het gebied van duurzaamheid zal meer dan de moeite waard zijn.”

Dit artikel is eerder verschenen in vaktijdschrift Utilities, nr. 4, 2011
Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer