Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

R&D Koppert: snelle oplossingen, sterkere systemen

Met onder meer Swirski-Mite, Enzicur, Trianum en de verblazers heeft Koppert de afgelopen jaren marktsuccessen geboekt die sterk tot de verbeelding spreken. Hoog op het lijstje prioriteiten van de afdeling R&D staat nu Tuta absoluta. In het onderzoek gaat het echter om méér dan nieuwe en nog betere bestrijders of microbials. "Een steeds robuuster biologisch systeem op de teeltbedrijven, daar doen we het voor", zegt Karel Bolckmans.



Karel Bolckmans staat aan het hoofd van het entomologisch onderzoek binnen de Koppert-bedrijven. Dat vindt niet alleen plaats in Nederland; ook in Spanje, Frankrijk en Noord-Amerika zijn er eigen onderzoeksafdelingen. De rode draad bij alle inspanningen is het biologische systeem. Dat moet worden versterkt en bij bedreigingen beschermd. Een voorbeeld van zo’n bedreiging is Tetranychus evansi, een spintsoort die vanuit Latijns-Amerika is overgekomen naar Zuid-Europa. “Onze bekendste spintbestrijder, Phytoseiulus persimilis (Spidex), heeft geen werking tegen deze nieuwe plaag. We hebben daarom samenwerking opgezocht met specialisten uit Nederland, Frankrijk, Spanje en Zuid-Amerika. Dat heeft snel tot resultaat geleid: de verspreiding van Tetranychus evansi valt op het moment nog mee, maar als hij uitbreekt, hebben we nu een speciaal geselecteerde stam roofmijten achter de hand. Die pakt deze spintmijtsoort heel stevig aan."

Tuta absoluta: vooruitgang

Niet minder vaart zit er achter de zoektocht naar een bestrijder van Tuta absoluta, de tomatenmineermot die in rap tempo in steeds meer landen opduikt en die in de woorden van Karel de ‘plaag van het jaar’ is. Ook hier kiest Koppert voor een internationale aanpak en veel samenwerking. "Samen met het onderzoeksinstituut
IVIA in Spanje hebben we uitgezocht dat Tuta absoluta goed te beheersen is met onze roofwantsen Macrolophus caliginosus (Mirical) of Nesidiocoris tenuis (Nesibug) enerzijds, en feromonen anderzijds. Met dit systeem bereiken we nu erg goede resultaten in het Middellandse Zeegebied."

Daarnaast onderzoeken Koppert en de Nederlandse instituten Plant Research International en Pherobank het gebruik van feromonen voor mass-trapping van Tuta absoluta. Ook screent Koppert in rap tempo een aantal parasieten, waaronder drie
verschillende Trichogramma-stammen, die dit systeem kunnen versterken. Dit gebeurt onder andere in nauwe samenwerking met partijen in Zuid-Amerika die al vele jaren ervaring hebben met de biologische bestrijding van Tuta absoluta. “Ons wereldwijde netwerk geeft ons erg snel toegang tot kennis over nieuwe plagen en tot hun mogelijke bestrijders."

Naar goedkopere systemen

Nieuwe bestrijders en microbials zijn een belangrijke, maar niet de enige doelstelling van Kopperts R&D. Een goedkoper, eenvoudiger en gebruiksvriendelijker systeem bijvoorbeeld is even belangrijk; dat brengt de biologische gewasbescherming binnen het bereik van meer telers. "In landen met een hoge productiewaarde per vierkante meter maakt de gewasbescherming een relatief klein deel van de totale productiekosten uit. Maar telers in landen waar de productiewaarde lager is, of telers van gewassen met een lagere productiewaarde per vierkante meter, vragen ook naar een goed en betaalbaar biologisch systeem. Door nieuwe productietechnologieën te ontwikkelen proberen we zo’n goedkoper systeem mogelijk te maken."

Zo wist Koppert met een ander productieproces de kostprijs van Amblyseius californicus (Spical) te verlagen. "Dat geeft telers in zuidelijker landen aantrekkelijke mogelijkheden en opent nieuwe kansen in openluchtteelten. Hun collega’s in Noord-Europa hebben er overigens ook voordeel van. Voor hen is de toepassing van een overkill van de spintbestrijder efficiënter geworden." Een vergelijkbaar voorbeeld zijn de verblazers; zij maken de introductie van bestrijders minder arbeidsintensief en bovendien effectiever. "Meer profijt van een investering is op elk bedrijf altijd welkom", aldus Karel.

Snel naar de teler

De stille kracht achter de R&D-successen is volgens Karel de veelvuldige samenwerking met anderen. "Twee weten meer dan één, is ons motto, en door samen te werken boek je sneller resultaat. Dus werken we wereldwijd samen met universiteiten, onderzoeksinstituten, de overheid en telers”. Zo zoekt Koppert in Nederland samen met WUR Glastuinbouw in Bleiswijk naar nieuwe bladluisbestrijders en met de Universiteit van Amsterdam naar bestrijders van de kippenbloedluis. Met de Universiteit van Bath in Engeland wordt gekeken naar een betere bestrijding van mineervlieg. En met het Belgische SGS Sanitec en het Nederlandse ORAM werkt Koppert in respectievelijk de havens van Antwerpen en Amsterdam aan de ontwikkeling van biologische bestrijders die in bulk opgeslagen voedingsmiddelen (denk aan meel en cacao) vrij van plaaginsecten
houden.

"Het zijn maar enkele voorbeelden. Als je al onze projecten in alle werelddelen onder elkaar zet, krijg je een behoorlijke lijst." De markt staat bovenaan, aldus Karel Bolckmans. "Waar je ook kijkt, overal zie je nieuwe producten en kennis komen. Die brengen we zo snel mogelijk bij de telers. Zij zijn de klant, zij moeten met milieuvriendelijke oplossingen steeds verder kunnen komen."

Bron: BioJournaal Koppert Biological Systems
Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer