Landelijk gemiddelde grondprijs met 15% gestegen
Landelijk gezien is de relatieve grondmobiliteit (percentage van het areaal cultuurgrond dat is verhandeld) in 2007 en 2008 gelijk gebleven. In absolute zin is er ten opzichte van 2007 bijna 1600 hectare minder verhandeld. Het marktaandeel van het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) is landelijk ten opzichte van 2007
vrijwel gelijk gebleven: 13 % respectievelijk 15%. In de onderscheiden regio’s varieert het marktaandeel van BBL van 5% (Overige IJsselmeerpolders) tot 41% (Westelijk Holland), hetgeen samenhangt met de omvang van de verwervingstaakstellingen in de regio’s.
In gebieden die door stedelijke ontwikkelingen gedomineerd worden, zoals Westelijk Holland in Zuid-Holland, het Noord-Hollandse Gooi en Weidegebied en het Utrechtse Veehouderijgebied waar de grondprijzen hoger dan € 50.000 per hectare zijn, heeft BBL een marktaandeel van respectievelijk 41%, 21% en 34%. In deze gebieden liggen forse verwervingstaakstellingen voor Recreatie om de Stad en de Ecologische Hoofdstructuur. Ondanks de druk op de grondmarkt heeft BBL hier – binnen de afspraken om marktconform te werken – relatief veel hectares kunnen kopen: respectievelijk 73, 40 en 59 hectare.
Uit de vergelijking van de prijsrealisatie door BBL ten opzichte van de gehele markt, blijkt BBL landelijk gemiddeld gronden te verwerven voor 92 % van wat gemiddeld in de markt wordt betaald. Op regionaal niveau variëren de prijsverschillen tussen BBL en de markt van 64% (Weidegebied Zuid-Holland) tot 103% (Zuid Limburg).
Klik hier voor de Grondmonitor 2008