Temperaturen
Blijf bij krachtige gewassen (stengeldiameter van meer dan 11 mm) goed generatief sturen (CO2, d/n-verschil, etmaaltemperatuur) door op mooie dagen pas een uur na zon onder naar de voornacht van 15 graden te gaan gedurende 3-4 uur. Bij gewassen in balans gebeurt dit bij zon onder. Een voldoende generatieve gewasstand levert extra grofheid en productie. Een goede etmaaltemperatuur voor Dirk is bij mooi weer 20,5-21 graden en bij donker weer 19,5 graden. Dit alles afhankelijk van de gewasstand; een krachtig gewas mag uiteraard meer temperatuur hebben met meer verschil tussen dag- en nachttemperatuur. Bij een krachtig gewas moet de middagtemperatuur altijd een periode (piek) 22 graden of meer zijn.Probeer op warme zomerse dagen de etmaaltemperatuur te verlagen door de voornacht te verlengen. Bij een voornacht van een graad of 15 gaan we om uiterlijk 2.00 uur de temperatuur in 2-2,5 uur naar de nanacht van 17,5-18 graden brengen. Een voldoende hoge (actieve) nanacht voorkomt bladrandjes en lichte koppen. Het opstoken naar de ochtendtemperatuur is aan te raden met een minimumbuis van enkele uren 50 graden.
Wanneer de nanachttemperatuur voldoende hoog is geweest (17,5-18 graden) kunnen de buizen van een half uur voor zonop tot 2,5 uur na zonop begrensd worden. Hierdoor worden de ramen niet te ver opengestookt en dit voorkomt ook weer koude koppen en bladranden (in mei kan het ’s ochtends nog koud zijn; het ontstaan van bladranden is nog mogelijk). Als de zon eenmaal voldoende krachtig is, kan weer meer gelucht worden en kan er wat meer buis bij, indien nodig. Het is hierbij wel zaak om de plant op tijd actief te maken en met de luwe zijde kort op de stooklijn te luchten. Regel de p-band op de buitentemperatuur om te voorkomen dat er te snel te veel lucht in komt en dat de kas te snel te warm wordt.