Ongeveer 3% van de ondernemers krijgt te maken met arbeidsongeschiktheid en dat is hoger dan bij veel andere beroepsgroepen. Vulto noemt het erg nuttig dat het ministerie van LNV een inventariserend onderzoek heeft laten doen door LEI Wageningen UR naar agrarische ondernemers en sociale zekerheid. "We verzekeren veel, zoals gebouwen, dieren en gewassen en werken aan een brede weersverzekering. Als het om de mensen zelf gaat, wordt daar te riskant mee omgegaan", vindt Vulto.
Premie te hoog
Financiële redenen liggen meestal ten grondslag aan het besluit om zich niet te verzekeren. Van de ondervraagde vindt 53% de premie te hoog. Als reden wordt ook vaak onvoldoende winst uit het bedrijf genoemd (16%). Andere redenen zijn voldoende reserve (17%), te oud (17%), en medische uitsluiting (15%). Met onvoldoende eigen vermogen achter de hand, lopen ondernemers bij ziekte of arbeidsongeschiktheid echter een behoorlijk financieel risico.De LTO-bestuurder is van mening dat deze problematiek óók in een periode van tegenvallende bedrijfsresultaten beter bij de doelgroep onder de aandacht moet worden gebracht. Hij ziet het bovendien als taak om in Colland te bezien of een andere, aangepaste verzekering tegen aantrekkelijker voorwaarden mogelijk is. "Wij zijn daar al mee bezig en gaan dat binnenkort in LTO-verband bespreken."
Colland is een samenwerkingsverband van ondernemers- en werknemersorganisaties in de agrarische en groene sectoren voor sociale regelingen, verzekeringen, pensioen en arbeidsmarktbeleid. Veel mensen hebben onvoldoende in beeld of en hoe ze verzekerd zijn, meent Vulto.
Beangstigend
"Nadat eind 2004 de Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen kwam te vervallen is een beangstigende situatie ontstaan. We moeten nagaan wat er nu is en waar behoefte aan is, zodat in de loop van dit jaar al stappen gezet worden. Ondernemers en vakbonden moeten dit heel serieus nemen, want het is eigenlijk onverantwoord wat nu in de praktijk gebeurt."Het LEI-onderzoek wijst ook uit dat slechts een kwart van de ondernemers een pensioen opbouwt, dat vergelijkbaar is met dat van werknemers. Ook zijn er tussen ondernemers en werknemers grote verschillen ten aanzien van voorzieningen bij een laag inkomen. De waardeontwikkeling van het bedrijf wordt meestal als de belangrijkste basis gezien voor pensioenopbouw. In het Bedrijfspensioenfonds voor de landbouw zal de pensioenopbouw voor zelfstandigen binnenkort ook aan de orde komen.
Ook kwam uit het onderzoek naar voren dat heel weinig gebruik wordt gemaakt van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (BBZ), zeker gezien het grote aantal bedrijven met negatieve en zeer lage inkomens. Jaarlijks maken hier zo’n 200 à 300 agrariërs gebruik van. De inzet van LTO over verhoging van het BBZ-niveau (nu 173.000 euro) kan er toe bijdragen dat levensvatbare bedrijven worden geholpen om een moeilijke financiële periode te overbruggen.
Levensloopregeling
De helft van de ondernemers toont belangstelling voor een levensloopvariant waarin belastingvrij gereserveerd kan worden buiten het bedrijf (levensloopregeling) voor het geval er tijdelijk minder inkomen is, bijvoorbeeld wegens tijdelijke arbeidsongeschiktheid, calamiteiten op het bedrijf e.d. LTO blijft zich sterk maken voor een dergelijke regeling, aldus Vulto.Bron: LTO