Torricelli is een sterke groeier en zal voortdurend generatief gestuurd moeten worden om de plant goed in balans te krijgen. Laat op het plantgat , na bloei van de 1e tros, en druppelen met een vrij hoge EC waren in de donkere periode 2 belangrijke sturingsmiddelen om de plant goed in balans te krijgen. Om laat op het plantgat te kunnen gaan verdient een 10x15 blok de voorkeur bij een getopte plant. Vanaf de derde tros werd een blaadje in de kop meegenomen wat resulteerde in krachtige trossen met een goede zetting. In week 6 en 7 werd een extra kop aangehouden naar de eindafstand van 3,3 st./m2.
De trossen zijn gesnoeid op 5 vruchten, de 1e tros soms ook op 4 vruchten. Punt van aandacht bij Torricelli is de minimum temperatuur in de nacht; omdat Torricelli groeikrachtig is, mag de min. temperatuur niet onder de16 gr. C ingesteld worden. Dit zou bij een te sterke stand van de kop te grove bloemen tot gevolg hebben met als gevolg een mindere vruchtvorm. Vanaf week 13 werden de eerste trossen geoogst met een vruchtgewicht van ongeveer 170 gram. Trossen vallen op door vruchtkleur, uniforme doorkleuring, sterke groene kroon en uitmuntende stevigheid.
Hoe verder naar de zomer?
De komende periode zal de plantbelasting verder oplopen en is het zaak om voldoende snelheid te houden in het gewas om de uitgroeiduur van de vruchten zo kort mogelijk te houden. Een korte voornacht van 2 uur is dan voldoende om voldoende kracht in de kop te houden. De plant moet er immers klaar voor zijn om voldoende tomaten te kunnen aanleggen om de gewenste productie te kunnen realiseren. Als het blad korter wordt als 40 cm is het verstandig om geen blad meer uit de kop mee te nemen. De plant heeft voldoende assimilerend oppervlak nodig om zich te kunnen koelen.Bron: Enza Zaden