Beter beheersen van schadelijke wantsen onder glas
L.rugulupennis, L. Pabulinus vrouw en L. Tripustulatus vrouw
Er zijn een aantal schadelijke soorten wantsen, die bij verrassing schade toe kunnen brengen aan verscheidene gewassen, zoals chrysant, paprika, aubergine en komkommer. Telers worden soms geconfronteerd door wantsenschade, waarvan de veroorzaker al lang weer is gevlogen. In het onderzoek richten we ons op de belangrijke soorten: de behaarde wants (Lygus rugulipennis), de groene appelwants (Lygocoris pabulinus) en de brandnetelwants (Liocoris tripustulatus).
De methode die ons voor ogen staat is voor ieder van de genoemde soorten wantsen een zeer aantrekkelijke plant te vinden en deze plant te combineren met een voor die wants aantrekkelijke geurstof. Zowel planten als wantsen kunnen specifieke aantrekkelijke geurstoffen produceren. Brandnetelwants heeft brandnetel als waardplant, de groene appelwants heeft meerdere waardplanten, maar de behaarde wants heeft er meer dan 400. Bij verschillende soorten (wilde) planten worden wantsen losgelaten om te zien waar ze zich het liefst op gaan zitten. De bedoeling is om wantsen naar een centraal punt te lokken, waarna ze onschadelijk kunnen worden gemaakt zonder volvelds een bestrijding uit te moeten voeren.
De reacties op afzonderlijke geurstoffen worden in Wageningen bij Plant Research International bepaald. Voor elke wantsensoort wordt een aantrekkelijke waardplant gezocht en wordt onderzocht welke geurstof of cocktail van geurstoffen een rol spelen bij het aantrekken van de wantsen. Tot slot moet in de praktijk blijken of we hiermee een bruikbare methode hebben om een gewas vrij te houden van schade.
In aansluiting op dit onderzoek zal in 2009 in een door LNV gefinancierd project worden begonnen met onderzoek om meer inzicht te krijgen in de perioden dat wantsen buiten vliegen en een risico kunnen vormen voor gewassen onder glas. Er wordt buiten op verschillende soorten planten gezocht naar het voorkomen en de verschillende levensstadia van de wantsen. Ook worden er bewust ‘proeftuintjes’ aangelegd met planten die waarschijnlijk aantrekkelijk zijn voor de wantsen in het onderzoek. Zodra wantsen kunnen vliegen, kunnen ze ook de kassen binnenkomen. Deze informatie kan worden gebruikt als waarschuwing dat er een risico bestaat op binnenvliegen van schadelijke wantsen.
Bron: Wageningen UR