LTO op de bres voor investeerders in milieuvriendelijke kassen en stallen
De betrokken ondernemers zijn volgens LTO afgegaan op wat er toentertijd letterlijk stond in publicaties van het ministerie van VROM. Daarom dient er alsnog compensatie te komen voor de gedupeerde ondernemers. Dit kan wellicht via het fiscale spoor van het nu lopende kalenderjaar, aldus de suggestie van LTO. In de brief verzoekt LTO dringend om nader overleg. Ondernemers hebben destijds hun beslissing om duurzaam te investeren mede gebaseerd op de fiscale mogelijkheden en financiële gevolgen ervan.
De bewindsman maakte eerder deze week bekend, dat volledige afschrijving met terugwerkende kracht voor beide voorgaande jaren niet mogelijk is. De gewijzigde VAMIL is voorgelegd aan Brussel met als resultaat dat de maatregel wel werd goedgekeurd, maar zonder terugwerkende kracht. De VAMIL geldt derhalve alleen voor investeringen, die zijn gedaan na 1 januari 2009.
LTO wijst de staatssecretaris er op, dat het niet kunnen afschrijven tot de restwaarde al in 2006 bekend was bij de verschillende ministeries, maar dat ondernemers daar niet van op de hoogte zijn gesteld. Ze moesten voor VAMIL/MIA-investeringen goedkeuring aanvragen bij VROM (Senter Novem), maar zijn bij de afgifte van het vereiste certificaat niet gewezen op de beperkte afschrijving.
LTO blijft van mening dat de investeerders in kwestie, vaak voorlopers op het gebied van duurzaamheid, alsnog in aanmerking moeten komen voor volledige afschrijving van de WOZ-waarde. Als dit niet met terugwerkende kracht kan, moet er maar een andere oplossing komen. Dit zou kunnen, stelt LTO voor, door over het nog niet afgeschreven deel van de WOZ-waarde in 2009 te laten afschrijven tot de restwaarde.