Invloed biodiversiteit op plagen rond koolperceel onderzocht
In de witte kool geteeld in het perceel met een hoge biodiversiteit worden meer tripsen en koolmotjes waargenomen, terwijl in het koolperceel naast een gemengde haag en meerjarige grasrand minder koolmotjes zijn waargenomen en in 2007 ook minder tripsschade is waargenomen. In 2008 was de tripsschade in witte kool te gering om verschillen aan te kunnen tonen.
De meeste spinnen worden waargenomen in de witte kool geteeld naast een haag in combinatie met een tussenteelt ui. Die tussenteelt heeft een positief effect op het aantal spinnen per plant maar ook een negatief effect op het aantal aardvlooien.
Tussen de gewassen bestaan ook grote verschillen. Op savooiekool worden de meeste plagen (melige koolluis, koolmotje en klein koolwitje) waargenomen gevolgd door spruitkool, witte kool, rode kool en spitskool. Deze resultaten tot nu toe wijzen erop dat populaties van natuurlijke vijanden en plagen beïnvloed worden door zowel de ecologische inrichting rondom en binnen het perceel, als door de koolsoort die geteeld wordt. De beïnvloeding kan per plaag verschillen.
Bron: bioKennis - Wageningen UR