Inmiddels heeft ook de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) zich bij de campagne van de LLTB aangesloten. Dat betekent, dat ook telers in het ZLTO-werkgebied (Brabant, Zeeland en Zuid-Gelderland) de volgende week nog de gelegenheid hebben zich aan te melden. ZLTO en LLTB zullen richting de overheid -in eerste instantie het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit- gezamenlijk optrekken.
Eigen bijdrage
De zeventig tuinders in het het gebied tussen Wanssum en Echt hebben in totaal ruim 300 hectaren opgegeven voor de gezamenlijke taxatie. Zij betalen hiervoor een eigen bijdrage van minimaal 55 en maximaal 350 euro per bedrijf. Op basis van zes eerder uitgevoerde proeftaxaties is een voorzichtige schatting, dat zij gezamenlijk voor minimaal 4,5 miljoen euro zijn gedupeerd. Dat hang ook af van de verdeling tussen de arealen prei en spruiten.Naar de mening van ZLTO en LLTB is door de extreem lage temperaturen in december en januari sprake van een calamiteit. Lang niet alle ondernemers beschikken over eigen koelcapaciteit om vóór de vorst te rooien en de groenten te bewaren. Afdekken met plastic was vooraf geen garantie, omdat prei onder plastic er soms slechter vanaf komt dan in het open veld. Bovendien is het vaak ook niet toegestaan om grote percelen van soms tien hectaren en meer af te dekken. Plastic wordt vooral gebruikt om na een vorstperiode weer sneller te kunnen rooien.
Zinloos
Prei is bestand tegen strenge vorst, maar temperaturen van soms beneden de twintig graden bleken teveel van het goede. Minimaal tachtig procent van de te velde staande winterprei moet als verloren worden beschouwd, waardoor oogsten zinloos is geworden.Het exact in beeld brengen van de schade is een eerste stap die nodig is om in verder overleg beslagen ten ijs te komen. Eén van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor overheidssteun is, dat er sprake is van uitzonderlijke weersomstandigheden. Een andere eis is, dat de gewasschade per bedrijf oploopt tot boven de 30%, waaraan makkelijk lijkt te worden voldaan. Verder moet de calamiteit zoals die zich nu heeft voorgedaan, niet verzekerbaar zijn, maar in de toekomst wel structureel worden aangepakt. Aan dat criterium kan worden voldaan indien deze vorm van schade kan worden ondergebracht in de zogeheten brede weersverzekering, waarover nu nog overleg plaatsvindt.