LTO Noord Glaskracht is voorstander van harmonisatie van de bestaande regelgeving, maar niet van nieuw beleid in het nieuwe bestemmingsplan. Daar is het plan niet voor bedoeld, meent de organisatie. In he nieuwe t bestemmingsplan is dat wel het geval. Het gaat dan om beleid en regels rond ruimtelijke kwaliteit en nieuwe afstandsmaten ten opzichte van wegen en waterlopen. De boezemwatergangen zijn benoemd tot hoofdwaternetwerk waardoor kassen en waterbassins pas op minimaal 7,5 meter vanaf het hoofdwaternetwerk mogen worden gebouwd.
Ook nieuw is het hanteren van afstandsmaten voor waterbassins en tussen bedrijfswoningen en bedrijfsopstanden binnen hetzelfde bedrijf. Voor bedrijfswoningen gelden in het bestemmingsplan daarnaast dezelfde regels als voor woningen van derden. Dit betekent dat een bedrijfswoning en bedrijfsbebouwing en kassen van hetzelfde bedrijf bij nieuwbouw op minimaal 12,5 meter afstand van elkaar moeten staan. Ook worden forse afstandscriteria voorgesteld bij hogere kassen en bedrijfsgebouwen. Vervolgens wordt bij herstructurering de watertoets geëist, terwijl er over de financiering van de extra wateropgave nog geen overeenstemming is.
Planschade
De nieuwe en strengere regels hebben grote vooral ruimtelijke consequenties voor glastuinbouwbedrijven. Alleen al omdat vanwege de nieuwe afstandsmaten ten opzicht van wegen en waterlopen, kassen niet meer op de oude voet herbouwd mogen worden, zal dit leiden tot planschade. Volgens de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening moet de gemeente een planschaderisico-inventarisatie uitvoeren om de financiële haalbaarheid van dit plan aan te tonen. De gemeente weigert dit vooralsnog omdat het ingewikkeld is.Energie
In het bestemmingsplan is opgenomen dat als norm geldt dat van de opgewekte warmte door WKK tenminste 95% nuttig wordt toegepast. Hiermee wordt de indruk gewekt dat zorgen bestaan over de mate van warmtebenutting van WKK’s. Tevens bestaan bij de gemeente kennelijk zorgen dat glastuinbouwbedrijven een relatief groot deel van het inkomen realiseert door verkoop van elektriciteit.LTO Glaskracht stelt dat WKK installaties zijn gedimensioneerd op de warmtebehoefte van het glastuinbouwbedrijf of een cluster van glastuinbouwbedrijven. De geproduceerde elektriciteit wordt op het glastuinbouwbedrijf gebruikt voor de toepassing van groeilicht of wordt geleverd aan het elektriciteitsnet. De elektriciteit van een WKK is, vanwege de nuttige toepassing van de geproduceerde warmte, hoogefficiënt geproduceerde elektriciteit en bedraagt circa 90%.
De benadering dat een glastuinbouwbedrijf een relatief groot deel van het inkomen kan behalen door de verkoop van elektriciteit, is volgens LTO Glaskracht een onjuiste voorstelling van zaken. Het gelijktijdig met de verwarming van kassen verkopen van de geproduceerde elektriciteit biedt glastuinbouwbedrijven juist de mogelijkheid om de kostenpost energie voor het telen van gewassen te verlagen.
De vraag of het door verkoop van elektriciteit behaalde financiële resultaat ondergeschikt is binnen het totale bedrijfsresultaat, hangt vooral af van de financiële opbrengsten van de geteelde gewassen. De verschillen per jaar kunnen groot zijn. LTO Glaskracht heeft er voor gepleit om in het bestemmingsplan criteria met betrekking tot warmtebenutting en het financiële resultaat uit elektriciteitsverkoop achterwege te laten.
Bron: LTO Glaskracht