Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Christof Callewaert uit Koolskamp:

"Jiska en Sontoro vullen elkaar aan"

"Het was een raar seizoen met een uitzonderlijk warme meimaand, een zeer natte augustus en veel wisselende omstandigheden. Doordat ik vooral werk met Santoro RZ en Jiska RZ kan ik de risico’s gelukkig spreiden", zegt Christof Callewaert uit Koolskamp. Hij levert zijn kropsla aan Franse en Italiaanse snijderijen. Christof Callewaert heeft een gemengd bedrijf met zeugen en een vollegrondsgroenteteelt op 30 hectare. Hij teelt vooral rode en witte kool en daarnaast 3 hectare kropsla die hij plant van eind april tot begin augustus. In het voorjaar teelt hij eenmaal de kropsla Fabietto RZ, in de zomer teelt hij al jaren Jiska en Santoro. Die combinatie bevalt hem nog steeds heel goed. Hij plant zo’n 15 weken achter elkaar, meestal 24.000 planten per week.


"Voor de snijderij is het vooral belangrijk dat er een krop in zit". Aldus Christof Callewaert (rechts). Links teeltadviseur Rik van Laere.

Gisela RZ

Eind augustus plantte hij voor het eerst 16.000 planten van het ras Gisela RZ. In Nederland is Gisela het hele vollegrondsseizoen hoofdras voor de snijderij. De bedoeling van Christof Callewaert was begin augustus te planten maar dat lukte niet omdat de grond te nat was. De planten hebben toen 3 weken in de koelcel gestaan. "Daardoor heb ik een maand later geoogst dan de bedoeling was." Zijn ervaring is dat Gisela qua type goed voldoet: "Gisela heeft minder omblad dan Santoro. Santoro is een omvangrijk type waardoor de kisten soms moeilijk te stapelen zijn. Maar de onderkant van Gisela was minder sterk dan die van Santoro. Als ik kijk naar het oogstgemak, kies ik toch voor Santoro."

Arbeid en risico’s spreiden

Qua groeisnelheid geeft Jiska de voorkeur aan een echte zomer: “Die gedijt goed bij zon en warmte en is sterk op rand en schot. Jiska maakt bij zomers weer ook meer blad aan, meer krop en geel hart, wat goed is voor het netto rendement voor de snijderij. Santoro blijft daarentegen doorgroeien in natte en koude omstandigheden,
terwijl Jiska dan zwakker is van onderen. Het is elke keer weer onvoorspelbaar welke van beiden het snelst is. Voor onze arbeidsspreiding bij de oogst is het prima dat ze niet tegelijkertijd oogstrijp zijn. Beide rassen vullen elkaar prima aan." Christof
Callewaert heeft een zandleemgrond en zaait Italiaans raaigras voor het verbeteren van de grondstructuur. Hij ploegt deze groenbemester net voor het planten onder. Dit is gunstig in natte jaren. Hij plant de sla op een afstand van 27 bij 30 centimenter. Bij de bemesting streeft hij naar een stikstofcijfer van 150 eenheden per hectare. Hij geeft ammoniumnitraat (27% N) en kaliumsulfaat 50% (K2O). Bijbemesten doet hij alleen als dit nodig is.

Verschillende snijderijen

“Het streefgewicht bij de oogst is 500 gram, maar 550 tot 600 gram is het mooist om te snijden. Voor de snijderij is het vooral belangrijk dat er een krop in zit”, vertelt de teler uit Koolskamp. Hij levert via de RE O-veiling en handelsbedrijf Calsa aan Franse en Italiaanse snijderijen. “De Franse snijderij heeft liever de donkere, dikbladige sla. Daarvoor hebben we de rassen Fabietto en Santoro. De Italiaanse snijderij heeft liever de blonde, zachte sla. Dat is Jiska. Tot nu toe kan ik met deze rassen goed uit de voeten."

Bron: Vollegrondsspecial, Rijk Zwaan
Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer