Voorkom rv-wisselingen

Een lager vochtdeficit is voor groei en ontwikkeling beter voor planten dan een hoge. Het resulteert in een hogere productie en betere kwaliteit. Bij een lager vochtdeficit 'trekt de lucht minder hard’ aan het waterdampgehalte in het blad. Toch kunnen er aan een hoge luchtvochtigheid ook nadelen kleven. Plantpathogene schimmels ontwikkelen zich sneller als er meer vocht in de lucht aanwezig is. Vooral bij wisselende RV's is de kans op problemen groter, omdat veel schimmels zich beter kunnen verspreiden en kiemen. Botrytis en meeldauw zijn hiervan de bekendste voorbeelden. Om zulke wisselingen van vocht in de lucht te voorkomen is het van groot belang om temperatuurverschillen in de kas goed in beeld te hebben. Gebruik daarom meerdere meetpunten in de kas.

Natslaan in de ochtend gebeurt het eerste bij de koudste delen van de plant, dit zijn meestal de vruchten. Vruchten warmen het traagst op vanwege hun massa. Echter, ook bij pluizige bloemen in een sierteelt kan dit optreden, omdat er weinig luchtstroming is op deze plaats. Dit natslaan helpt aanwezige schimmelsporen sneller te ontwikkelen. Hoe minder verschillen er in temperatuur zijn in de kas, des te minder problemen er zullen ontstaan met natslaan en dus met schimmels.

Zogenaamde ‘dummyvruchten’ kunnen in een groententeelt helpen om het dauwpunt te bepalen. De nepvruchten hangen tussen het gewas en geven een goede weergave van de temperatuur van een echte vrucht. Zorg ervoor dat uw klimaatregeling hiervan uit gaat en niet van een vochtregeling. Voorwaarde is wel dat er een goede horizontale temperatuurverdeling in de kas is.