Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Laboratorium bevestigt bestaan van een nieuw biotype van slaluis

Een consortium van internationale zaadbedrijven heeft Naktuinbouw gevraagd om te onderzoeken of recente waarnemingen van groene slaluis op resistente rassen worden veroorzaakt door een nieuw biotype van de slaluis. Dit onderzoek heeft bevestigd dat een nieuw, resistentie-doorbrekend biotype aanwezig is in enkele onderscheiden gebieden in West-Europa.

'Nasonovia ribisnigri'-bladluizen werden in de loop van 2007 waargenomen op resistente sla in verschillende gebieden in Frankrijk (vier gebieden), Duitsland (twee gebieden), Oostenrijk (één gebeurtenis) en België (één gebeurtenis). De betreffende slarassen behoren tot verschillende zaadbedrijven. Een groep van zaadbedrijven, verenigd in Plantum NL en haar Franse zustervereniging FNPSP, heeft opdracht gegeven aan het onafhankelijke laboratorium van Naktuinbouw om de oorzaak van de problemen te onderzoeken. Naktuinbouw heeft drie van voornoemde Nasonovia-populaties onderzocht (twee uit Frankrijk en één uit Duitsland).

De eindresultaten van dit onderzoek werden in april 2008 bekend en bevestigen dat deze Nasonovia-populaties in staat zijn om te vermeerderen op resistente slarassen. Daarom kan geconcludeerd worden dat een nieuw biotype voorkomt. Dit nieuwe biotype wordt ‘Nr:1’ genoemd, om het te onderscheiden van het belangrijkste biotype, Nr:0. Nasonovia-resistente slarassen zijn nog steeds resistent tegen het Nr:0-biotype, tot dusver het meest voorkomende biotype in de praktijk.

De zaadbedrijven benadrukken dat in een gezonde benadering van geïntegreerde gewasbescherming het gebruik van resistente rassen wordt gecombineerd met hygiënemaatregelen en een bepaald niveau van chemische bestrijding.
Het combineren van verschillende soorten maatregelen minimaliseert het risico op de ontwikkeling van nieuwe biotypes die de resistentie zouden kunnen doorbreken. Om te voorkómen dat de hiervoorgenoemde populaties zich snel kunnen verspreiden wordt aanbevolen om passende maatregelen te nemen die het risico van verspreiding minimaliseren.

Voor meer informatie:
Clemens Stolk
Plantum NL
Tel: 0182-688668
www.plantum.nl

Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer