Je krijgt deze pop-up te zien omdat dit de eerste keer is dat je onze site bezoekt. Krijg je deze melding altijd te zien dan heb je je cookies uitstaan en zullen die blijven verschijnen.
U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).
Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken. Bedankt!
Je ziet deze popup omdat dit de eerste keer is dat u de site betreed. Als u dit bericht blijft krijgen zet dan alstublieft uw cookies aan
Italië: Goede kwaliteit en prijzen voor monniksbaard
In 2016 bereikt het monniksbaardseizoen slechts een cijfer van 7/10 na drie jaren van 9/10. De populariteit van monniksbaard hangt af van het gebied - ze zijn heel populair in Midden-Italië, maar slechts een paar mensen eten ze in het noorden. Ze worden voornamelijk geteeld in Romagna en in het Fondi-gebied in regio Lazio.
In Romagna zijn er verschillende producenten die ze niet alleen lokaal verkopen, maar ook aan de nabijgelegen regio's zoals Umbrië en Toscane. Eén daarvan is Paolo Beleffi (op de foto) uit Gambettola, die agretti teelt in verwarmde kassen.
"Ik begon de oogst op 22 februari en eindigde op 10 april. De prijzen variëren heel veel. Vanaf € 3,50/kg naar € 1,70. De prijzen waren in de afgelopen drie jaar uitstekend, maar ik heb een daling van 20% gezien in 2016, omdat onze producten overlappen met die uit andere gebieden. Ik kan niet klagen."
Beleffi verkoopt zijn monniksbaard op de markt van Cesena en werkt met een aantal groothandelaren in Midden-Italië.
"Dit gewas heeft geen behandelingen nodig. Ik heb nog geen enkele fytosanitaire behandeling uitgevoerd in meer dan 20 jaar. Voor een goede productie heb je een losse ondergrond nodig, dat goed doordringbaar is met water."
In Romagna vindt het zaaien in november plaats en oogsten wordt met de hand tussen februari en april gedaan. In de open velden zaait men vanaf januari en gaat de oogst door tot eind mei.
Dit jaar produceerde Beleffi ongeveer 10 ton monniksbaard. Eenmaal uit de grond getrokken, worden ze onmiddellijk gebonden in bosjes met een gewicht van 250-300 gram per stuk. Ze worden vervolgens gewassen en in kratten opgeslagen.