Nederlandse zaadbedrijven zetten de toon in Ghana
Kijkend naar de recente ontwikkelingen in de Ghanese groentesector, zoals het huidige verbod op de export van o.a. hete pepers en aubergine-achtigen naar de Europese markt is men geneigd de conclusie te trekken dat deze sector nog erg veel uitdagingen kent. Toch wijst de aanwezigheid van zoveel Nederlandse zaadbedrijven erop dat de tuinbouwsituatie commercieel interessant is, met name gezien de groeiende lokale en regionale markt.
Ghana's eigen markt kent een sterke vraag naar verse groente als gevolg van de sterk groeiende middenklasse, de bijbehorende grotere bestedingsruimte en de daardoor groeiende aandacht voor een gezondere levensstijl. Daarnaast kijken ook steeds meer internationale groente- en fruitinkopers naar Ghana. Met haar strategische geografische ligging ten opzichte van de Europese markt en gevarieerde klimaat is Ghana een interessante optie als importbron van groente en fruit. Als Engelstalig land heeft Ghana ook een taalkundig voordeel over de francofone buurlanden zoals het grotere Ivoorkust.
De Ghanese groenteproductie focust zich veelal op lokale groenten als okra en de bladeren van de coco yam en cassave; maar ook tomaten, pepers, uien, kolen en wortels zijn erg populair. Verreweg het grootste deel van de groenten worden verkocht op de lokale markt, al begint het aandeel van de internationale high-end supermarkten als Shoprite en Game toe te nemen. Met een gemiddeld areaal van 0,5 hectare is het merendeel van de beschikbare groenten afkomstig van kleine boeren. Deze boeren maken vooralsnog vooral gebruik van zaden uit de eigen oogst of goedkope OP cultivars van matige kwaliteit. Voor de meer 'exotische' gewassen als wortels en sla wordt zaad in kleine verpakkingen van een paar gram gekocht in kleine seed shops. Er komen echter steeds meer MKB ondernemers die zich richten op de commerciële teelt van groenten. In tegenstelling tot de vele 'subsistence farmers' maken deze partijen vaker gebruik van hoge kwaliteit uitgangsmateriaal en productie verbeterende technieken als irrigatiesystemen en kasjes. Hoewel het aantal grootschalige spelers nog beperkt blijft tot VegPro en Wienco, biedt een snel groeiende groep MKB'ers een groeiende markt voor groente gerelateerde diensten en producten.
Men ziet vaker dat de zaadbedrijven, verantwoordelijk voor de eerste stap in de waardeketen, de pioniers zijn in nieuwe regio's waar de groentesector zich sterk aan het ontwikkelen is. De meeste bovengenoemde Nederlandse zaadbedrijven hadden tot voor kort weinig tot geen lokale vertegenwoordiging in Ghana, maar de ingezette trend laat zien dat ze zich meer gaan inzetten op het ontwikkelen en in de markt brengen van verbeterde OP en hybride rassen; aangepast aan de tropische Afrikaanse condities. Door het opzetten van demonstratievelden en strategische samenwerking met lokale partners wordt er een goede basis gelegd voor verdere uitbreiding naar de West-Afrikaanse markt.
Een van de belangrijkste uitdagingen blijft namelijk het overtuigen van lokale ondernemers dat een investering in duurdere zaden zichzelf terugverdient. Gevraagd naar de welbekende bewering dat goed zaad de goudprijs per kilo waard is, geeft Bejo's Africa Sales Manager André Dekker aan dat goede zaden inderdaad prijzig zijn. "Toch verdienen Ghanese boeren met betere zaden hun uiteindelijke investering – en meer - terug door middel van sterk verbeterde opbrengsten." Dit is dan ook de boodschap die ze middels hun huidige activiteiten en demonstraties in Ghana willen overbrengen aan lokale telers. West-Afrika is voor Bejo in zijn geheel een erg interessante markt met veel potentie, met Ghana als goede aanvulling op bestaande Bejo testcases in o.a. Senegal en Ivoorkust.
Waar momenteel veel verschillende Nederlandse zaadbedrijven in Ghana actief zijn, werd deze trend in 2012 ingezet door East-West Seed. East-West's Sales Manager Africa Jan Arie Nugteren komt al dertig jaar in Ghana, maar heeft de laatste jaren als gevolg van de recente ontwikkelingen in de sector een "nieuw en inspirerend perspectief op de mogelijkheden in Ghana gekregen". Inmiddels heeft East-West verschillende demonstraties lopen, en werken ze onder andere met groentehandelaar Eden Tree en exporteur Joekopan aan het opleiden van groenteboeren in hun outgrowersystemen.
Naast Bejo en East-West zien ook Syngenta, Rijk Zwaan en Bakker Brothers zakelijke kansen in de ontwikkeling van de Ghanese groente-sector, en zijn ze allen bezig met het opzetten of uitvoeren van lokale projecten. Zo is Bakker Brothers met lokale partner Whytebage International bezig met het testen van verschillende variëteiten tomaten, pepers, uien en aubergines in de Volta-regio. Syngenta heeft sinds kort een lokaal project opgezet met het West Africa Centre for Crop Improvement (WACCI) en Wienco – een van de grootste input suppliers van Ghana (met Nederlandse roots dankzij oprichter Henry Wientjes). Syngenta heeft er voor gekozen om zich binnen dit project te richten op het ontwikkelen van de tomaten-waardeketen; een verlenging van een bestaande samenwerking met WACCI vanuit de Syngenta Foundation. Waar momenteel in het laagseizoen zo'n 70.000 tot 80.000 ton verse tomaten geïmporteerd worden uit omliggende landen, wil Syngenta aantonen dat met de juiste zaden en teelttechnieken er voldoende tomaten jaarrond in Ghana zelf geproduceerd kunnen worden. Dit doen ze middels een aantal demonstratie-locaties.
Het is natuurlijk erg mooi dat zoveel zaadbedrijven de kansen in de Ghanese groentesector oppakken door er activiteiten te starten en hun lokale vertegenwoordiging uit te breiden. Maar zoals ook Anoma Lokossou, Research Project Manager bij Syngenta en coördinator van Syngenta's Ghanese demonstratieproject benadrukt: "Het zijn parallelle investeringen die de sector echt een boost geven". De Nederlandse zaadbedrijven hebben een mooie basis gelegd, die nu aangevuld moet worden met de benodigde kennis en innovatieve producten en technieken in de rest van de groenteketen. Ook Bejo's André Dekker geeft aan dat waar zaden een startpunt zijn, dit wel een parallelle behoefte creëert aan kennis, producten en diensten in de rest van de groenteketen, met als specifiek voorbeeld de behoefte aan gekoelde opslagcapaciteit. De Ghanese groentesector heeft al een mooie ontwikkeling doorgemaakt en biedt dan ook zeker interessante kansen voor investeerders, groente- en fruitimporteurs en toeleveranciers van andere inputs; oogst-, verwerkings- en verpakkingsmachines; (koel-)logistieke producten en diensten; kassentechniek en irrigatiesystemen.
Alle geïnterviewden geven aan dat voor het succesvol zaken doen in Ghana, het vinden van een betrouwbare partner het belangrijkste is. Daarnaast is er collectieve capaciteitsontwikkeling en training nodig in het gebruik van moderne uitgangsmaterialen en teelttechnieken. Zoals East-West's Maaike Groot aangeeft willen bedrijven zeker investeren in kennisoverdracht, maar zien ze hier ook absoluut een rol voor de overheid. Hierin speelt bijvoorbeeld het Nederlands gefinancierde GhanaVeg programma een belangrijke rol. Met als einddoel de ontwikkeling van een sterke commerciële groentesector richt dit programma zich op het trainen van Ghanese tuinbouwbedrijven door middel van agronomische trainingsmodules op het gebied van zaailingproductie, bemesting en gewasbescherming.
Daarnaast helpt het programma in de matchmaking tussen vraag en aanbod van het Nederlandse en Ghanese bedrijfsleven. Het Nederlands bedrijfsleven kan de zakelijke kansen in Ghana zelf verkennen door deel te nemen aan de groente- en fruitmissie naar Ghana van 10 tot 14 oktober, welke georganiseerd wordt door de Netherlands-African Business Council. In deze week zullen er honderden commerciële boeren, handelaren, toeleveranciers en overheidsvertegenwoordigers bijeenkomen op de FAGRO landbouwbeurs in Accra; een mooie ontmoetingsplek voor alle betrokken partijen.
Kortom: zoals de ruime vertegenwoordiging van Nederlandse zaadbedrijven in Ghana al aangeeft, biedt de Ghanese groentesector steeds grotere zakelijke kansen voor het Nederlands tuinbouwbedrijfsleven. De eerste stap van de groente-waardeketen is genomen. Het is nu de uitdaging aan de andere Nederlandse bedrijven om de rest van de keten te veroveren!
Voor meer informatie:
Joep van den Broek, Programmaleider GhanaVeg
[email protected]
Mackenzie Masaki, Agribusiness Manager NABC
[email protected]