Het geïntegreerde gewasbestuivingsproject, een nationaal onderzoeksproject gefinancierd door de USDA-NIFA Specialty Crop Research Initiative (SCRI) om de gewasbestuiving in Noord-Amerika te bestuderen, heeft een nieuwe video uitgebracht waarin geïntegreerde gewas bestuiving wordt uitgelegd. Geïntegreerde gewasbestuiving is een integrerende aanpak van bestuivingsbeheer, die de telers van kleine teelten kan helpen aan een economisch rendabele, betrouwbare bestuiving.
Diverse bestuivers
Meer dan één soort bestuiver in het gewas kan helpen om de bestuiving van een gewas te optimaliseren. Verschillende bestuivers vliegen op andere tijdstippen van de dag, verschillende momenten van de bloei en/of onder verschillende weersomstandigheden. Grote bijen, zoals hommels, kunnen vliegen in regenachtig weer en onder koelere omstandigheden dan kleinere bijen. Dit geldt ook voor de Europese honingbij. Deze grote bijen kunnen helpen om het risico op een slechte bestuiving te minimaliseren tijdens de bloei op koude, regenachtige dagen.
Beheersmaatregelen die bestuivers ondersteunen.
Beheersmaatregelen kunnen telers helpen bij de opbouw van de diverse wilde bijenvolken, die bijdragen aan een betrouwbare, economisch rendabele bestuiving van gewassen. De drie primaire behoeften van alle bijen zijn voedsel (nectar, pollen, en water), onderdak ( of nestgebied) en een veilige omgeving beschermd tegen blootstelling aan schadelijke middelen. Telers kunnen zorgen dat aan al deze behoeften wordt voldaan. Ze kunnen voor voedsel zorgen door bijvoorbeeld in en om het gewas bloeiende planten te laten groeien. Telers kunnen een mogelijkheid creëren om te nesten in een beschermd gebied rond de teelt. Verder kunnen ze de bestuivers ondersteunen door hun teeltmaatregelen aan te passen - bijvoorbeeld het risico's van bestrijdingsmiddelen voor de bestuiver te verkleinen.
Voor meer informatie: