Minimumloon en export bepalen toekomst Duitse agf
Jens Stechmann voorzitter van het 'Bundesausschuss Obst und Gemüse: "Het marktpotentieel van de Duitse groenten- en fruittelers moet vergroot worden door de uitbreiding van de export naar nieuwe markten buiten de EU. Alleen zo kunnen onze groente- en fruittelers zich economisch ontwikkelen, aangezien er op de Duitse markt nauwelijks groei plaatsvindt", legde Jens uit. Dit lukt echter alleen wanneer het Duitse ministerie van Landbouw snel een fytosanitair attest en monitoring opstelt en uitvoert, wat vereist is om aan nieuwe landen te mogen leveren. Over het algemeen zijn deze fytosanitaire eisen een handelsbelemmering voor de Duitse telers. Deze opgaven van het ministerie, aldus Jens, zijn de basisvoorwaarde voor de belevering van nieuwe potentiële markten zoals Taiwan, China, Zuid-Korea, India, Brazilië, Thailand, Canada en Zuid-Afrika. Deze landen komen volgens een analyse van het 'Bundesausschuss Obst und Gemüse' en de 'Bundesvereinigung der Erzeugerorganisationen' in eerste instantie in aanmerking als nieuwe exportmarkten voor groenten en fruit. "Ook de Europese Commissie zou vaart moeten zetten achter uniforme exportregelingen voor de lidstaten van de EU voor de handel met landen buiten de EU. Momenteel geldt dit vooral voor de handel met de VS", benadrukte Jens.
De economische omstandigheden van de Duitse groenten- en fruittelers zijn momenteel weliswaar beter dan bij bijvoorbeeld vlees- en melkproducenten. Maar desondanks vormt het minimumloon nog steeds een enorme uitdaging voor de groenten- en fruitbedrijven. Een uitdaging die zij niet alleen aankunnen. "Alle marktdeelnemers tot aan de levensmiddelenhandel en de consument moeten hun bijdrage leveren aan de met het minimumloon verbonden kostenstijgingen. Anders bestaat het gevaar dat de Duitse telers niet meer opgewassen zijn tegen de concurrentie uit andere landen met lagere lonen", zei Jens.