"Verticale teelt van vanille in indoorfarms is mogelijk in alle regio's van de wereld. Het zal alleen niet overal even rendabel zijn door het verschil in energiebehoefte en kosten. Droge en zonnige landen zijn het meest geschikt omdat het gemakkelijker is om de temperatuur in de kas indien nodig te verlagen. En zelfs voor ons diepschaduwteeltprotocol is enig zonlicht nodig. Het creëren van een hoge luchtvochtigheid in gesloten kassen is relatief eenvoudig, ongeacht waar ter wereld je je bevindt," zegt Oren Zilbermann, CEO en medeoprichter van het Israëlische agro-techbedrijf Vanilla Vida.
Vanille-orchideeën gedijen in jungles nabij de evenaar. Ze groeien in Kameroen, Oeganda, Peru, Mexico en Indonesië. Hoewel iets zuidelijker, heeft Madagaskar hetzelfde klimaat. In feite wordt 60-70% van de natuurlijke vanille in de wereld op dat eiland geteeld.
"De openluchtteelt in de tropen wordt de laatste tijd echter geconfronteerd met een aantal problemen, waarvan de klimaatverandering het meest problematisch is. Orkanen en cyclonen teisteren Madagaskar in toenemende mate. In 2017 verloor het eiland de helft van zijn oogst. Sindsdien zijn de prijzen vervijfvoudigd tot €568 à € 663 per kg," voegt hij toe.
Oren Zilbermann in hun faciliteit in Israël
Van de vanille op de markt is 80% synthetisch
Volgens Oren ligt de grootste uitdaging echter bij de vraag. De aromatische en parfumsector, de belangrijkste klant van de sector, wil dat het natuurlijke product, dat slechts 5% van het wereldwijde vanilleaanbod vertegenwoordigt, een stabiele aanvoer, kwaliteit en prijs heeft. 80% van dat aanbod is van synthetische oorsprong; de resterende 15% is afgeleid van natuurlijke vanillinemoleculen die in bioreactoren worden aangemaakt. Dat proces is goedkoper dan de teelt van de bonen, maar veel duurder dan de productie van de synthetische variant.
"We zijn een verticaal geïntegreerd bedrijf: we beheren de teelt, bewerking en marketing van A tot Z. We hebben alles onder controle, van weefselkweek en zaailingen tot het droogproces en de distributie. We vertrouwen op investeerders met risicodragend kapitaal, zoals de Strauss Group, een van de grootste voedselleveranciers in Israël, en op verschillende joint ventures. Onze knowhow en focus liggen dus niet uitsluitend op de teelt. We zijn een agrotech- en voedseltechnologiebedrijf in één," legt Oren uit.
Vanilla Vida heeft meerdere teeltlocaties met klimaatgecontroleerde kassen in Israël en breidt uit naar Noord-Amerika. "We zijn niet de enigen die op deze manier vanille telen. Er is concurrentie, maar wij zijn binnen 18 maanden marktleider. Dat komt omdat ons teeltconcept afwijkt van wat de onderzoeksinstellingen voorstellen, wij richten ons op diepe schaduw, en ook ons bedrijfsconcept is anders dan dat van de concurrenten."
Onbewerkte bonen bij aankomst bij Vanilla Vida
Twee commerciële rassen
Vanilla Vida teelt de vanillesoort planifolia Andrews. De Amerikaanse Food and Drug Administration beschouwt ook vanille tahitensis Moore als voedselveilig. Deze laatste vertegenwoordigt slechts 5% van de markt; hij heeft een veel lagere vanillineconcentratie en zijn aroma en smaak zijn ook minder populair. Alle sectoren, van de voedingssector tot cosmetica en farmaceutica, geven de voorkeur aan vanille planifolia.
Deze Israëlische onderneming teelt niet alleen haar eigen vanille, maar importeert ook het product uit talrijke landen van herkomst en droogt dat in haar installaties. De bewerking van importproduct is minder winstgevend, maar, zegt Oren, het helpt om sneller en efficiënter op de markt te komen. Een oogstcyclus duurt vaak langer. In de natuur duurt het 3 jaar voordat de plant voor het eerst bloeit. In een kas met klimaatregeling, waar je de juiste temperatuur, licht en vochtigheid creëert, verschijnen de eerste knoppen al na 'slechts' 18 maanden.
De gecontroleerde kas
Teelt in de vollegrond is onstabiel
"In Madagaskar, zoals in de meeste teeltlanden, bloeien de planten slechts één keer per jaar. Over het algemeen wordt er van juni tot augustus geoogst. Alleen in Oeganda en Papoea-Nieuw-Guinea bloeien deze planten twee keer per jaar. Zelfs dan is de tweede bloei, die in december valt, korter en is de kwaliteit van het product meestal lager. Klanten die in die paar maanden geen voldoende aanbod van voldoende kwaliteit konden krijgen, moeten een jaar wachten op de nieuwe oogst."
"CEA-faciliteiten kunnen echter worden verdeeld in meerdere teeltruimtes. Dat maakt het mogelijk het hele jaar door te bloeien, wat tegemoet komt aan de belangrijkste eisen van klanten: stabiele aanvoer, kwaliteit en prijs. Bovendien kan een teeltbedrijf met een regelmatige oogst vast personeel aannemen, zodat ze niet afhankelijk zijn van seizoenarbeiders voor een korte oogstperiode. Een tekort aan handen is tegenwoordig een groot probleem in de tuinbouw," vervolgt Oren.
Diepe schaduw
Vanilla Vida gebruikt zonnepanelen om een diepe schaduw te creëren voor de planten. Zonnepanelen bedekken 80% van de daken van de kassen om het bladerdak van de jungle na te bootsen. Daarnaast helpt zonne-energie om bedrijfsrisico's te spreiden via goedkope leningen als onderdeel van de energietransitie. Het bedrijf kan nu een structuur met twee functies opzetten, met goedkope energie en diepe schaduw voor hun hoofdactiviteit: het telen van vanille. De energiekosten in Israël zijn het afgelopen jaar slechts met 15-30% gestegen, wat niets is vergeleken met Europa, omdat Israël offshore gasvelden heeft.
Hij zegt dat ze de bestuiving in hun gesloten kassen nauwkeurig controleren. "Dat gebeurt nu nog handmatig, maar we hopen binnen 18 maanden een technologische methode wereldkundig te maken. Ook ons trellisysteem is vrij uniek. Het beschermt de orchideeën tegen een van de grootste gevaren voor de teelt: Fusarium Oxysporum, een schimmel waartegen nog geen effectieve middelen bestaan."
Enorme kloof tussen vraag en aanbod
Oren gelooft niet dat het hoogtechnologische karakter van de vanilleteelt in kassen het levensonderhoud van de Afrikaanse telers zal bedreigen. "Er is te veel vraag. Er is momenteel een kloof van ongeveer 40% tussen vraag en aanbod, die de traditionele teelt nooit zal dichten. Maar dat kan CEA ook niet meteen. In de huidige context van klimaatverandering is de vollegrondsteelt te wisselvallig."
Vanille-orchideeën zijn veel gevoeliger dan welk fruit of welke groente dan ook. Door technologie en dus verbeterde kwaliteit en een stabiel aanbod te introduceren in een inherent niet-technologische markt, vergroot het bedrijf de totale vraag naar het natuurproduct nog verder. Vanilla Vida adviseert daarom ook hun teler-leveranciers in andere landen over teeltmethoden. Daardoor kunnen ze vanille van een hogere kwaliteit oogsten en krijgen ze bonen van een hogere kwaliteit om te importeren.
Suikerkristallen zijn duidelijk zichtbaar na het droogproces
Hoe belangrijk is het droogproces?
Hoewel natuurlijke vanille slechts 5% van de totale markt uitmaakt, is de vraag van de geur- en smaakstoffenmarkt de laatste jaren sterk gestegen. Elke klant stelt specifieke eisen aan de eigenschappen en kwaliteit van de vanille. De sectoren cosmetica, patisserie en chocolade hebben bijvoorbeeld verschillende behoeften.
"Ons geavanceerde droog- en bewerkingssysteem kan daaraan voldoen. Vergelijk het met koffie. Daar bepaalt het brandproces het uiteindelijke smaakprofiel. Er zijn verschillende vitale parameters zoals licht, vochtigheid en temperatuur. Vergeet niet dat het droogproces drie maanden duurt; traditioneel zou dat vier tot vijf zijn. Het interne metabolisme van de peulen is 90 dagen lang actief, en daar moet je op inspelen met de juiste omgevingsfactoren," legt Oren uit.
Vanilla Vida gebruikt volledig op gegevens gebaseerde methoden om glycovanilline om te zetten in vanilline. "Natuurlijk gebruiken we enzymen om bepaalde smaken te activeren en verschillende aroma's te verkrijgen. We kennen het aroma- en smaakpotentieel van onze eigen geteelde bonen goed. Met het geïmporteerde product analyseren we eerst het metabolisme van de grondstof om te bepalen hoe we die het beste kunnen gebruiken," legt Oren uit.
Handmatige kwaliteitscontroles
Verdrievoudiging van de aromatische stof
Bij traditionele teelt en droging maakt de vanilline meestal 1,6% van de inhoud uit. Vanilla Vida slaagt er echter in om dat op te drijven tot 2 à 4%. Het gebruikt nu een innovatieve techniek om 5 tot 6% te bereiken. "Als we kopers iets kunnen aanbieden met een veel sterker aroma, hebben ze minder nodig en kunnen ze dus besparen op de kostprijs."
"Madagaskische vanille kost € 237 per kg, ongeacht de vanillineconcentratie. De lokale overheid regelt die prijzen. Voor vanille uit bijvoorbeeld Oeganda, Peru of Mexico gelden marktwetten. Momenteel brengt vanille met een lage vanillineconcentratie (1 tot 1,5%) maximaal € 123 per kg op. Voor het betere product krijgen de telers € 189. De verkoopprijs van onze vanille daarentegen wordt bepaald per gram vanilline. De klanten zijn dus zeker van de kwaliteit en met een gegarandeerd vanillinepercentage liggen de kostprijzen uiteindelijk gemiddeld 20% lager dan die van de vollegrondsteelt."
Het vergt veel werk, niet alleen om vanille te telen, maar vooral ook om het te drogen. "Het heeft ons 18 maanden gekost om via machine learning een optisch en beeldsorteersysteem te ontwerpen. Er waren immers nauwelijks gegevens over vanille," zegt Oren, die ook uitlegt dat hun teeltproces geen afval oplevert. "We gebruiken alles en sturen bijvoorbeeld het materiaal van mindere kwaliteit naar een kaarsenfabrikant in Californië," besluit hij.
De weefselkweek van Vanilla Vida gebeurt via een joint venture, de vermeerdering op een teeltlocatie in het noorden van Israël, en het drogen en bewerken op de productielocatie in Or Yehuda. Het bedrijf levert vanille aan grote smaak- en geurmarktactoren, maar ook aan distributeurs die het product leveren aan chef-koks, patisserieën en ijssalons in Europa en de VS. Het bedrijf is ISO- en ASAP-gecertificeerd en streeft nu naar biologische en Fairtrade-certificering, de laatste voor het uit Afrika geïmporteerde product.
Voor meer informatie:
Oren Zilbermann, CEO
Vanilla Vida
oren@vanillavida.com
Gali@vanillavida.com
www.vanillavida.com