Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Paarse groente uit groene kas

Een gloednieuwe Groen Label Kas in een gloednieuw en duurzamer glastuinbouwgebied . Dat is het nieuwe auberginebedrijf van Peter de Jong in Dinteloord. De van oorsprong Westlandse teler verhuisde naar het Brabantse Nieuw Prinsenland en liet zijn kas ‘voorlopig certificeren’. Het bedrijf van Peter de Jong, Auberginekwekerij De Jong BV, is lid van FresQ. Op zijn bedrijf van 5,5 hectare produceert De Jong zo’n drie miljoen kilo aubergines per jaar. “De teelt van deze aubergines begon in december vorig jaar”, vervolgt De Jong”, toen we de kas in gebruik namen. Vervolgens hebben we in februari de eerste oogst gehad en dat loopt dan door tot in het najaar. In de winter doen we het werk met acht mensen. In de zomer loopt dat op naar 30 medewerkers.” 

Fiscaal vriendelijk

“Ik ben opgegaan voor een Groen Label Kas”, legt De Jong uit, “je kunt dan gebruik maken van de fiscaal vriendelijke MIA en VAMIL regelingen. Met het voorlopige certificaat, dat je kunt ontvangen voor je bouwplannen, kun je al gebruik maken van deze fiscale regelingen. Vervolgens ga je na een jaar op voor het ‘echte’ certificaat. Dan wordt ook gecontroleerd of je alles hebt gedaan wat je ‘beloofd’ hebt te
doen om aan de criteria te voldoen.” 

Lager energieverbruik

De kas van De Jong is gloednieuw, maar het klappen van de GLK-zweep kende hij al. “Hiervoor had ik mijn bedrijf in Maasland, waar ik in 1998 een van de eerste telers was die een GLK certificaat behaalde. Voor mijn huidige nieuwe kas heb ik niet echt veel grote aanpassingen in de bedrijfsvoering hoeven doen. Het enige punt waar we veel aandacht aan hebben besteed, is het energieverbruik. Daar moesten we wel goed naar kijken om aan de eisen te voldoen. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen
om niet één, maar twee energieschermen aan te brengen in de kas. Een energiescherm is een beweegbaar doek dat warmte vasthoudt en kou
buiten houdt. Daarmee kun je bijna 40 procent energie besparen. Door er twee te gebruiken, op ongeveer 40 centimeter van elkaar, creëer je een soort ‘spouwmuur’ en bespaar je nóg meer, maar niet het dubbele, zo werkt het niet. Het heeft ons in elk geval in de afgelopen strenge winter zo’n 15 procent op de stookkosten
bespaard.”

Certificaat echt wat waard

Het certificeringsproces viel De Jong niet tegen. “Het onderhoud van het certificaat, zo weet ik uit ervaring, kost tijd en energie. En de jaarlijkse controles vind ik prijzig. Je moet tot in detail kunnen laten zien wat je doet en hoe je het doet en dat wordt grondig gecontroleerd. Tegelijkertijd is dat het sterke punt van het certificaat: doordat het zo streng is, is het ook echt wat waard.” 

Purple Pride

Dat Peter de Jong een gepassioneerde aubergineteler is, blijkt wel uit zijn betrokkenheid als een van de oprichters van telersvereniging Purple Pride, www.purplepride.nl. “Zestien jaar geleden zijn we met zeven ondernemers Purple Pride begonnen”, vertelt de Jong. “Telersvereniging Purple Pride zet zich in om de mooiste, gezondste en lekkerste aubergines van Nederlandse bodem te produceren.
We willen hiermee, via onze afzetorganisatie FresQ Fresh ConneQt, de afzet van aubergines bevorderen. Sommige afnemers wensen namelijk een bepaald volume en als individuele teler kun je daar moeilijker aan voldoen. De aubergines die we telen, vinden hun weg naar de Nederlandse consument, maar ook Russische en Duitse auberginegebruikers behoren tot onze afnemers. In Nederland is nog wel een wereld te winnen: met een gemiddelde consumptie van 300 gram per jaar steken we mager af tegen een Turk of Griek met zo’n 10 kilogram per jaar.” 

Symbiose

In Nieuw Prinsenland wordt gewerkt aan duurzamere gebiedsontwikkeling, gericht op winstgevende symbiose en samenwerking. Dit betekent dat de drie ruimtelijke
onderdelen van Nieuw Prinsenland (een suikerfabriek, een bedrijventerrein en
het glastuinbouwgebied) zoveel mogelijk met elkaar verbonden worden. Uit deze
kruisbestuiving ontstaat een meerwaarde. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van
restwarmte en hergebruik van proceswater van de suikerfabriek als gietwater voor de glastuinbouw, winning van groen gas uit de biomassareststromen, het afvangen van CO2 voor de glastuinbouw en het gebruik van bietengrond voor de landschappelijke inpassing.

Publicatiedatum: