Het Waterplan Westland werd in 2008 in zijn geheel vastgesteld door de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland. De gemeenteraad van Westland stelde wel het beleidsdeel vast, maar hield het besluit over de financiering aan omdat er tussen de gemeente, het hoogheemraadschap en het bedrijfsleven geen consensus was over het 'om niet inbrengen van gronden' voor waterberging. Het college van burgemeester en wethouders stelde oud-minister ir. Gerrit Braks daarop aan als bemiddelaar. Braks adviseerde onder andere een generiek waterfonds in te zetten, waar gemeente, waterschap en het bedrijfsleven geld in zouden stoppen om waterprojecten te financieren. Voorgesteld werd om deze werkwijze uit te proberen in een pilot.
Niet langer normgericht
Inmiddels worden 7 pilots uitgevoerd. Westland en Delfland gaan samen met de betrokken tuinders analyseren wat de knelpunten zijn en welke oplossingen er zijn om die op te lossen. Daarbij beperken zij zich niet tot het kiezen voor waterbergingen. In plaats van te kijken naar de norm van aanleg van 325 m3 waterberging per hectare zijn de inspanningen gericht op het voorkomen van wateroverlast. Dat kan op veel manieren, ook buiten het watersysteem. Oplossingen kunnen van technische, juridische, planologische en financiële aard zijn. Een waterfonds behoort tot de mogelijkheden, maar dan niet voor heel Westland maar specifiek voor één gebied.Uitvoeringsplan
De toe te passen instrumenten zijn opgenomen in een toolbox. Deze instrumenten worden de komende maanden verder uitgewerkt. In het voorjaar van 2011 ligt er een uitvoeringsplan. Wettelijk gezien moeten de maatregelen om wateroverlast te voorkomen voor 2015 zijn uitgevoerd maar dit zal gezien de grote opgave niet lukken. Met de betrokken partijen, worden afspraken gemaakt over het moment waarop de wateropgave wel geheel gerealiseerd zal zijn.Bron: Gemeente Westland