De glastuinbouw gebruikte in 2008 per eenheid product 70% minder energie dan in 1980, het jaar waarop begonnen werd met meten. Dit komt zowel door een vermindering van het energiegebruik als door een toename van de productie per m2. Daarmee heeft de sector meer gerealiseerd dan het doel voor 2010 en zet men grote stappen in het streven voor 2020, zoals afgesproken tussen sector en overheid in het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren.
Het gebruik van warmtekrachtinstallaties is sterk toegenomen. Hiermee wordt naast elektriciteit ook warmte geproduceerd, wat in beginsel 1 resulteert in een nationale reductie van de CO2-emissie van 2,3 megaton. Door de warmtekrachtinstallaties nemen het aardgasverbruik en de totale CO2-emissie van de glastuinbouw weliswaar toe naar 7,2 Mton, maar er wordt in beginsel meer brandstof bespaard in elektriciteitscentrales. De CO2-emissie voor de teelt ligt in 2008 op 5,2 Mton en dat is 1,6 Mton minder dan in 1990. Dat is meer dan het doel voor 2020 (reductie 1 Mton) maar nog niet toereikend voor de ambitie (reductie 2 Mton).
Warmtekrachtkoppeling
Door warmtekrachtkoppeling wordt er meer bruikbare energie uit fossiele brandstof gehaald dan in een traditionele elektriciteitscentrale. Glastuinbouwbedrijven investeren zelf op grote schaal in wkk. Bedrijven gebruiken de elektriciteit die de wk-installatie levert voor een deel zelf en een deel verkopen ze op de elektriciteitsmarkt; de vrijkomende warmte wordt grotendeels benut voor de teelt. De rookgassen uit de wk-installaties dienen vaak als CO2-bemesting voor de gewassen.Begin 2009 was het elektrisch vermogen van warmtekrachtinstallaties van de glastuinbouw opgelopen tot 2.700 Ć 2.800 MW. Dit betekent een toename van ruim 2.000 MW in 4 jaar tijd. De elektriciteitsproductie door de glastuinbouw bedraagt in 2008 bijna 11 miljard kWh en dat is 10% van de nationale productie. Sinds 2006 is de glastuinbouw daarmee netto elektriciteitsleverancier. Gezien de recente ontwikkelingen van het verschil tussen de elektriciteitsprijs en de aardgasprijs is het echter de vraag of de wk-installaties in de toekomst in dezelfde mate gebruikt blijven worden.
Duurzame energie
Het aandeel duurzame energie is toegenomen van circa 0,1% in 2000 tot circa 1,2% in 2008. Ondanks een verdubbeling van dit aandeel in de laatste twee jaren ligt dit resultaat nog ver af van de doelstellingen van 4% in 2010 en 20% in 2020. Duurzame energie betreft in volgorde van belangrijkheid zonnewarmte (gesloten kas met warmtepomp en opslag in aquifers), inkoop van duurzame elektriciteit en duurzame warmte, aardwarmte en biomassa. De groei komt de laatste jaren vooral voor rekening van zonnewarmte en aardwarmte.1) Hierbij wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat de overblijvende CO2-rechten binnen het plafond van het Europese CO2-handelssysteem door de centrales worden verkocht en elders worden ingezet.
Bron: LEI