Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Jonge boeren en tuinders hechten veel waarde aan discussies over de nieuwe marktsituatie na 2013

Meer dan 200 jonge boeren en tuinders wonen CEJA-NAJK congres in Utrecht bij

Europese jonge boeren en tuinders, verenigd binnen CEJA, kwamen van 27 tot 29 november bijeen voor hun vierde en laatste congres van dit jaar. Over het onderwerp van het congres: “Europese jonge boeren en tuinders en de marktsituatie na 2013”, werd veel gediscussieerd en sprekers als Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, afgevaardigden van FAO, WTO, de Europese Commissie, het Europese Parlement en de Nederlandse agribusiness gaven interessante input aan deze discussie met meer dan 200 jonge boeren en tuinders.

Joris Baecke, vice-voorzitter van NAJK, opende het congres met de uitspraak dat de landbouw wereldwijd voor grote uitdagingen als voedselzekerheid, voedselveiligheid, vastleggen van CO2 uit de atmosfeer, onderhoud van landschap en productie van grondstoffen en bio-energie staat. “Wij als jonge Europese agrarisch ondernemers kunnen een belangrijke bijdrage leveren in het aangaan van die uitdagingen. Wij moeten en kunnen deze uitdagingen omzetten in kansen voor onze bedrijven, de Europese landbouw en de Europese samenleving”. Giacomo Ballari, voorzitter van CEJA, herinnerde de deelnemers aan het begin van het congres eraan dat alleen met een duidelijke visie over de toekomst van de landbouw vruchtbare discussies met beleidsmakers mogelijk zijn. “We moeten af van de ideeën uit het verleden en nieuwe, heldere visies voor de toekomst ontwikkelen!” zei hij tijdens zijn openingsspeech. De meeste sprekers, waaronder Minister Gerda Verburg, onderschreven deze uitspraak.

De meeste sprekers benadrukten de speciale situatie van de landbouw in de markt. Ze herinnerden eraan dat boeren en tuinders 40% minder verdienen dan werknemers in andere sectoren en dat dit verschil gecompenseerd moet worden door het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid om een leegloop van plattelandsgebieden te voorkomen. Onder de huidige marktwetten wordt niemand geacht producten of diensten met verlies te verkopen maar de maatschappij verwacht dit wel van boeren en tuinders als ze roepen om lagere subsidies. In feite zouden agrarische subsidies gezien moeten worden als een inkomen voor de diensten die boeren en tuinders leveren aan de maatschappij en niet als steun.

Echter, omdat niemand het leuk vindt om van steun afhankelijk te zijn, grepen de Europese boeren en tuinders het congres aan om met nieuwe ideeën over efficiëntieverbetering van hun bedrijf te komen en te spreken over hoe ze gebruik kunnen maken van innovaties en om tot een nieuwe, proactieve visie op de toekomst van de Europese landbouw in een veranderende, meer geliberaliseerde marktsituatie te komen. Als primaire sector, met een relatief hoog aantal primaire producenten moet de Europese landbouw een betere positie proberen te realiseren als het gaat om het afzetten van haar producten, door toegevoegde waarde in de voedselketen te creëren.

Jonge agrariërs moeten zich bewust zijn van hun productiekosten als ze een betere plaats in de markt willen veroveren. Hiervoor is goed onderwijs nodig. Steeds meer afnemers van landbouwproducten worden overgenomen of bundelen hun krachten om een betere positie op de markt te verkrijgen. Dit kan gedaan worden door een nieuwe aanpak binnen de voedselketen te ontwikkelen, door bijvoorbeeld een coöperatie te vormen, maar ook op een kleinere schaal door samen te werken met collega’s, door netwerken en nieuwe manieren van samenwerken te ontwikkelen. Dit met als doel om alle mogelijke verkoopkanalen te benutten, van directe verkoop tot de grote retailers. Verder is het belangrijk om de afstand tussen consumenten en boeren te verkleinen, om zo een competitieve en transparante markt te garanderen.

Bekijk alle ideeën in de slotverklaring die tijdens het congres is aangenomen (deze verschijnt binnenkort op de websites van CEJA (www.ceja.org) en NAJK (www.najk.nl).
Publicatiedatum: