Aan zes Nederlandse opkweekbedrijven tomatenzaad met mogelijke Clavibacterbesmetting geleverd
De zaad- en opkweekbedrijven hebben in de afgelopen tijd al uitgebreide maatregelen genomen om een besmetting met Clavibacter te voorkomen. Daardoor kon er nu zeer snel worden ingegrepen waardoor het mogelijke probleem in de kiem is gesmoord. Hiermee is verdere schade voorkomen. De zes opkweekbedrijven hebben nu besloten om de nog niet commercieel geïntroduceerde tomatenrassen, de zogenaamde beproevingsrassen, niet langer te zaaien. De risico’s bij het zaaien van deze kleine partijen zaad zijn daarvoor te groot. Ook de collega opkweekbedrijven wordt geadviseerd deze nog niet commercieel geïntroduceerde rassen niet meer te zaaien.
De Clavibacterbesmetting is door de Plantenziektenkundige Dienst na zeer langdurig onderzoek aangetroffen in een monster dat in augustus genomen werd van de planten waarvan het zaad is geoogst. Het betrof een zogenaamd mengmonster afkomstig van een groot aantal proefrassen. Daarom is op dit moment niet te herleiden welke daarvan mogelijk besmet is met de bacterieziekte. In de uitgeleverde zaadpartijen, die allen getoetst zijn, is geen Clavibacter aangetoond. Ook tijdens de visuele inspecties is in de productie geen Clavibacter geconstateerd. De sector onderhoudt intensief contact met de Plantenziektenkundige Dienst over de ontstane situatie.