Winterrassen hebben voldoende vocht nodig om optimaal te groeien. In te droge omstandigheden worden er in het hart van de plant zwakkere cellen aangemaakt. Deze cellen groeien uit en kunnen enkele weken later, als gevolg van de geringste verhoogde worteldruk, knappen. Dit veroorzaakt natrand in de krop. Onder zeer droge omstandigheden zal de plant ook extra wortels maken om aan voldoende vocht te komen. Zelfs de kleinste watergift kan dan al genoeg zijn om de zwakkere cellen te doen springen. Teel daarom, vooral in de start, nooit te droog. Natrand in de krop kan in vele gewassen voorkomen; eikenblad, Romeinse sla en kropsla.
Telen in koude omstandigheden
Door de hoge energiekosten zijn er veel telers die besluiten om kouder te telen. Sommige slatypes zijn hiervoor minder geschikt, vooral bionda, die makkelijker glazigheid in het hart kan vertonen.Planning
Een koudere teelt verlengt de teelt aanzienlijk, wat invloed heeft op de volgteelt. Neem voor een volgende slateelt bv. een grotere potmaat, of een latere zaaidatum. Indien het zeer koud is en de teeltduur daardoor nog langer wordt, kan uw plantenkweker beter tijdig een zaaiing in de koelcel plaatsen. Hou er ook rekening mee dat, bij groeizame weersomstandigheden, verschillende plantingen tijdens het voorjaar in elkaar kunnen lopen.Rassenkeuze
Door koud te telen, komt men met de sla soms in een later seizoen. Kies daarom het meest geschikte ras voor de beoogde oogstperiode, bv Gardia RZ voor een oogst vanaf maart. Indien men pas half december zaait, kan men al kiezen voor zomervariëteiten zoals Alexandria RZ, Flandria RZ of Zendria RZ, voor een oogst vanaf half april. Deze rassen zijn oogstzekerder bij wisselende scherpe klimaatsomstandigheden.Watergift
Indien er koud wordt geteeld, wordt er meestal veel minder of niet geventileerd. Hou hiermee rekening bij de watergift. De sla is weinig actief en heeft veel minder vocht nodig.Bespuiting
Een koudere, en dus langere, teelt zal de ziektedruk verhogen. Hou daarom een strak spuitschema aan, rekening houdend met een mogelijk latere oogstdatum. Wissel verschillende middelen af en werk voldoende preventief.Temperaturen bij oogstklare gewassen
Een jonge planting, voldoende goed ingeworteld, kan koudere omstandigheden beter verdragen. Maar tuinders die jaarrond sla telen en verschillende groeistadia in een zelfde ruimte hebben, zijn beperkter in hun mogelijkheden. Hou dan een minimum aan van 5 graden om niet al te veel groei te verliezen. Bijna volgroeide gewassen die te koud worden opgeteeld, waardoor de groei stil valt, zijn veel vatbaarder voor ziekten en rand.Als het in de serre kouder wordt dan 3 à 5 °C met heldere nachten, zakt de bladtemperatuur nog dieper dan de omgevingstemperatuur. Bij een sterke temperatuursstijging in de ochtend komt de sla nat te staan door condensatie op de koudste delen. Om dan de sla droog te krijgen is er tijd en energie nodig. Het gewas staat tot lang in de voormiddag inactief en koud door de onttrekking van warmte. Als men dan vooral met de windzijde ventileert, zal er makkelijker rand ontstaan.